VERKLARENDE WOORDENLIJST
displayweergave van
de status
draagsysteem
Foutmelding
Infusieplaats
Infusieset
Insuline
Insuline, humaan
(kortwerkend)
Insulineanaloog
(snelwerkend)
142
De displayweergave van de status geeft aan of uw insulinepomp
zich in de RUN-, PAUZE- of STOP-modus bevindt. Uw
insulinepomp geeft de displayweergave van de status weer, als
er geen instellingen worden ingevoerd en er geen meldingen
(fout, onderhoud, waarschuwing of herinnering) aanwezig zijn.
De tijd, de huidige basale dosering per uur, het geselecteerde
basale profiel en sommige op dit moment geactiveerde functies
worden op de display weergegeven. Daarnaast geeft een balk,
die de voortgang weergeeft, aan of een bolus of TBD op dat
moment wordt toegediend.
Een ruim assortiment draagsystemen van verschillende
materialen is speciaal ontworpen om te voorzien in uw speciale
behoeften tijdens het dragen van uw insulinepomp.
Een Foutmelding geeft aan dat uw insulinepomp op het moment
niet goed werkt. Na een foutmelding bevindt de insulinepomp
zich in de STOP-modus.
Dit is de plaats, waar de canule of naald van de infusieset in het
onderhuidse weefsel wordt ingebracht om de insuline toe te
dienen.
De infusieset vormt de verbinding van uw insulinepomp met uw
lichaam. De insuline wordt vanuit de ampul via het
slanggedeelte van de infusieset en de canule of naald in het
onderhuidse weefsel toegediend.
Een hormoon, dat de cellen helpt om glucose in energie om te
zetten. Insuline wordt geproduceerd in de bètacellen van de
eilandjes van Langerhans (gelegen in de alvleesklier).
Deze insuline heeft dezelfde chemische structuur als insuline,
dat door de menselijke alvleesklier wordt geproduceerd.
Humane insuline begint na 30 tot 45 minuten te werken.
Een type insuline, dat wordt vervaardigd door middel van
recombinant-DNA-technologie. De tijd, waarna de insuline
begint te werken, is voor insulineanalogen korter dan voor
humane insulines.