Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Brandbare Omgeving (Ontvl); Niet Brandbare Omgeving (Onontvl) - ruegg Jade Installatievoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

Plaatsingsvoorschrift CLASSIC-LINE
Brandbare omgeving (BB)
≥10 cm
≥10 cm
*
*
Variant met verse lucht aan-
sluitdoos (p. 20)
Voor het gebruik van vervangende warmte-isolatie zijn de instructies
van pagina 29 en 30 van toepassing.
Vloer:
● De stelvoetjes van het toestel moeten
rechtstreeks op een dragende onder-
grond rusten.
● Binnen de mantel moet de installatievloer
onder het toestel bedekt zijn met een be-
tonnen vloer met een dikte van 12 cm.
● Tussen het toestel en de betonnen vloer
een warmte-isolatielaag van 10 cm dik
plaatsen.
Zijwanden en achterwand:
● Rechtstreeks op de wand van het gebouw
plaatsen van
een beveiligingsmuur
minstens 10 cm dik. Deze moet van
baksteen, beton of ander, gelijkwaardig
materiaal zijn. De beveiligingsmuur be-
dekt de volledige wand van het ge-
bouw, zonder enige naad binnen de
schoorsteenmantel.
● De warmte-isolatie met een dikte van
10 cm tussen de beveiligingsmuur en het
toestel moet zonder naden geplaatst wor-
den. Deze bedekt zonder naden de volle-
dige beveiligingsmuur aan de binnenzijde
van de schoorsteenmantel.
Plafond:
● Indien de holle ruimte van de schoor-
steenmantel boven het toestel tot aan het
plafond reikt, moet dit beschermd worden.
De bescherming bestaat uit een laag
warmte-isolatie van minstens 12 cm dik
die men rechtstreeks op het plafond mon-
teert.
● De warmte-isolatie rust bovendien op een
onontvlambare afsluiting van minstens 6
cm dik met een permanente, niet ver-
vormbare thermische weerstand.
Plaatsingsvoorschrift CLASSIC-LINE
Niet brandbare omgeving (OBB)
≥6 cm
*
Variant met verse lucht
aansluitdoos (p. 20)
Voor het gebruik van vervangende warmte-isolatie zijn de instructies
van pagina 29 en 30 van toepassing.
55
56
≥10 cm
Vloer:
● De stelvoetjes van het toestel moeten
rechtstreeks op een dragende onder-
grond rusten.
● Tussen het toestel en de betonnen
vloer een warmte-isolatielaag van 3 cm
dik plaatsen.
Zijwanden en achterwand:
● De beveiligingsmuur is verwijderd.
● De bescherming bestaat uit een warm-
te-isolatielaag van minstens 6 cm dik.
*
Deze bedekt de volledige wand van het
gebouw, zonder enige naad binnen de
schoorsteenmantel.
Plafond:
● Het plafond van het vertrek moet
minstens 12 cm dik zijn.
● Indien de holle ruimte van de schoor-
steenmantel boven het toestel tot het
plafond reikt, moet dit beschermd wor-
den. De bescherming bestaat uit een
laag warmte-isolatie van minstens 6
cm dik die men rechtstreeks op het pla-
fond monteert.
● De warmte-isolatie rust bovendien op
een onontvlambare afsluiting van min-
stens 2 cm dik met een permanente,
niet vervormbare thermische weer-
stand.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave