Plaatsingsvoorschrift CLASSIC-LINE
4. De bedieningsknop aansluiten en borgen met behulp van een borgstift
● Bij gebruik van een flexibele as mag deze nergens op het
toestel rusten.
uitbreken
● De rookgasklep in het aansluitstuk naar de schoorsteen
mag niet hermetisch afsluiten. Zorg voor de juiste vrije
opening. Deze halve maan vormige opening is voorgela-
serd in de Rüegg klep en kan met een tang worden losge-
maakt.
● Het afvoerkanaal en de rookgasklep moeten volledig
luchtdicht worden aangesloten ten opzichte van de con-
vectiemantel en ombouw van de haard.
● Het volledige afvoerkanaal moet worden geïsoleerd met
een dikte van 3 cm in geschikt onbrandbaar isolatiedeken.
● De maximaal toegestane horizontale lengtes van de rook-
gaskanalen zijn:
Bouwart A/B2
Bouwart A1 / B1
Deze waarden kunnen worden verhoogd indien men een
rookgasventilator gebruikt!
Een horizontale doorvoer is niet toegestaan in Frank-
rijk, noch in de Benelux!
● De afvoerkanalen moeten direct en stromingsgunstig aan
de schoorsteen worden aangesloten.
● Indien het schoorsteenaansluitstuk langs brandbare mate-
rialen loopt, moet het kanaal worden omhuld met mineraal
materiaal, bijvoorbeeld beton in een omtrek van minstens
20 cm.
● De werking van de klep met bedieningsknop uitvoeren
alvorens
● Het schoorsteenkanaal mag nooit op het toestel rusten via
≥ 20 cm
het aansluitstuk.
Aansluiting van de convectielucht
● De aansluitingen volgens de voorschriften op pagina 15 t/m 22 uitvoeren.
Boezemijzer
● Het boezemijzer dient als ondersteuning van de bovenste haardmantel.
● Tussen het toestel en het boezemijzer een uitzetvoeg voorzien (strook glas-
vezelkoord) plaatsen. Er mag geen rechtstreekse verbinding zijn tussen
het boezemijzer en het toestel! Het boezemijzer moet de mantel ondersteu-
nen door op de zijpijlers van de ombouw te rusten en/of via trekstangen en
muurankers aan het gebouw bevestigd te worden.
≤ 80 cm
≤ 150 cm
de
haardmantel
volledig
te
Plaatsingsvoorschrift CLASSIC-LINE
Toestelmantel
● De mantel moet uit onbrandbaar materiaal worden opgebouwd.
● Tussen de mantel en het toestel een omlopend een glasvezelkoord plaatsen.
● De mantel mag het volledige opendraaien van de deur niet verhinderen.
● Het is niet nodig de mantel te isoleren indien de installatie van de haard zoda-
nig ontworpen is dat de oppervlakken van de mantel en deze voor de houtop-
slag bestemde nissen niet warmer dan 85°C kunnen worden. Voor de mantels
uit minerale materialen, bijvoorbeeld chamotte- of keramische tegels waarop
voorwerpen geplaatst zouden kunnen worden, wordt de waarde van 85°C
vervangen door 120°C.
● Neem altijd de veiligheidsafstanden in acht.
● De gebruikte materialen moeten altijd over de vereiste thermische weerstand
beschikken en geen langdurige geuren verspreiden bij verhitting! Om die re-
den moet men geen materialen gebruiken die kunststoffen bevatten.
Sierbalken
De onderzijde van houten balken moet worden beschermd met een onbrandbare
stralingsbescherming (El 30) met een permanente thermische weerstand. De
achterzijde van de balk moet worden bedekt met een 5 cm dikke laag baksteen,
cellenbeton, een brandwerend paneel of brandvrije isolatie en bekleed met een
onbrandbaar paneel EL 30. Het is niet nodig het toestel te isoleren, indien er zich
een convectiemantel rond de haard bevindt.
sluiten.
37
38
Inbouwhaard
Pleisterkalk
Mantel
(niet-actief oppervlak)
Uitzetvoeg (onbrandbaar)
bijvoorbeeld een glasvezelkoord
Hardhouten balk
> 5 cm
2 cm.
≤ 2 cm
Beveiliging tegen straling
Dragend frame van metaal
30
t l
Geen rechtstreeks contact toegestaan tussen
haard en ombouw / Boezemijzer