apparatuur) en verander de instelling in Off (Uit) (zie de Dell™-technologiehandleiding).
b. Sluit de netwerkkabel aan op de connectoren van de netwerkadapterkaart. Sluit de netwerkkabel niet aan op de geïntegreerde
netwerkconnector op het achterpaneel van de computer.
13. Installeer de benodigde stuurprogramma's voor de kaart zoals beschreven in de kaartdocumentatie.
Een PCIe x16-kaart of DVI-kaart verwijderen
1. Voer de procedure
Voordat u aan de computer gaat werken
2. Duw voorzichtig aan de binnenkant van het kaartvergrendelingsmechanisme op het ontgrendelingslipje om de vergrendeling open te kantelen.
3. Verwijder indien nodig de stekkers van alle op de kaart aangesloten kabels.
4. Trek aan de ontgrendeling om het bevestigingslipje uit de bevestigingsinkeping te halen.
Als u een PCIe x16-kaart verwijdert, trekt u aan de ontgrendeling en tilt u de kaart omhoog en uit de kaartconnector.
Als u een DVI-kaart wilt verwijderen, trekt u aan de ontgrendeling, haalt u het treklipje omhoog en verwijdert u de kaart uit de kaartconnector.
1
PCIe x16-kaart/PCIe x16 DVI-kaart
3
bevestigingsinkeping (niet alle kaarten)
5
PCIe x16-kaartconnector
5. Plaats een beugel in de lege kaartsleufopening als u de kaart permanent verwijdert.
OPMERKING:
Het plaatsen van vulbeugels in lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels
houden stof en vuil tegen en zorgen dat de ventilatie voor de koeling van de computer behouden blijft.
6. Controleer, voordat u het kaartvergrendelingsmechanisme sluit, of:
De bovenkant van alle kaarten en beugels zich op één lijn bevinden met de uitlijningsstreep.
l
De inkeping boven in de kaart of beugel om de kaartgeleider past.
l
7. Vergrendel eventuele andere kaarten door het vergrendelingsmechanisme te sluiten en op zijn plaats te klikken.
KENNISGEVING:
Geleid geen kabels van kaarten over de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat de
computerkap niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.
8. Voer de procedure
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
9. Verwijder het stuurprogramma van de kaart. Raadpleeg de documentatie die met de kaart is geleverd voor instructies.
10. Ga als volgt te werk als u een geluidskaart hebt verwijderd:
a. Ga naar het System Setup-programma, selecteer Integrated Audio (Geïntegreerde audio) uit de groep Onboard Devices (Ingebouwde
apparatuur) en verander de instelling in On (Aan) (zie de Dell™-technologiehandleiding).
b. Sluit externe audioapparaten aan op de audioconnectoren op het achterpaneel van de computer.
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op de netwerkaansluiting of het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de
computer.
uit.
2
ontgrendeling
4
bevestigingslipje
uit.