16.4.2
Eindpositie bij foliebinding controleren en instellen
RP000-028
De eindpositie is optimaal ingesteld wanneer bij geactiveerde foliebinding de nettoevoerarm (1)
in eindpositie tegen de isolatie van de aandrukas (2) aan ligt. Daardoor wordt de folie ingeklemd
en in positie gehouden.
Het menu 10 "Handmatige bediening" in het terminal openen,
De nettoevoerarm (1) in de opgeslagen eindpositie zetten.
De trekker uitschakelen en contactsleutel eruit trekken en meenemen.
Controleren of de conische wals (3) tegen de isolatie van de aandrukas (2) ligt en de folie
tussen isolatie van de aandrukas (2) en de conische wals (3) klemt.
Wanneer de folie niet tussen isolatie van de aandrukas (2) en de conische wals (3) klemt:
De trekker starten.
De nettoevoerarm zolang in richting eindpositie bewegen tot de conische wals (3) tegen de
isolatie van de aandrukas (2) ligt en de folie tussen isolatie en conische wals vastgeklemd
zit.
De nieuwe positie opslaan.
Comprima V 150
Originele handleiding 150001051_02_nl
Positie van de nettoevoerarm controleren en instellen
2
3
1
Instellingen
zie
Pagina 160.
16
16.4
193