7. Indicaties en alarmeringen;
Geen, tenzij aangegeven door de sleutelstand.
8. Het dempen en opschorten van veiligheidsfuncties;
Geen.
9. Regelmodussen
Met het regelcircuit is het mogelijk om apart te bedienen vanuit elke regelpositie, met als sleutelposities:
UIT, BASIS, en KOOI.
10. Onderhoud; checklists onderhoud;
Normaal onderhoud
Visuele inspectie van de schakelaars (sleutelschakelaar) en de verbindingskabels.
Controleer de de voeding om erachter te komen of het goed functioneert.
Controleer of de apparatuur goed functioneert door alternatieve regelposities te selecteren en door
dan te controleren of de groene knop niet functioneert op de niet geselecteerde positie.
11. Goede toegankelijkheid en het vervangen van interne onderdelen;
Het onderhoud aan onderdelen mag alleen worden uitgevoerd door daarvoor opgeleid en bevoegd
personeel.
Individuele onderdelen van de regelapparatuur kunnen worden vervangen, maar zorg voor een
gelijkwaardige vervanging van onderdelen, de beveiliging van de bedrading en de polariteit van de
onderdelen indien van toepassing (zoals de uitvoer van diodes et cetera).
Alleen originele en door Niftylift geleverde onderdelen mogen worden gebruikt.
12. Manieren om problemen makkelijk en veilig te verhelpen;
Het controleren van de werking van het lastsysteem
1. Schakel de Niftylift in en selecteer de locatie van de basisbediening.
2. Laat de hoofdstroomcircuits een cyclus maken en ervoor zorgen dat de machine een
commandosignaal kan ontvangen.
3. Druk op de groene knop op de basis en controleer of de machine gaat functioneren zonder een
lading in de kooi. (De machine draait, de pompstroom is beschikbaar voor de
machinefuncties.)
4. Laat de basissleutel in de stand van de grondbediening staan en klim in de kooi.
5. Schakel de kooibediening in en druk op de groene knop van de kooi of voetschakelaar om de
machinefuncties in te schakelen. Controleer of er geen bediening actief zijn en dat er geen
functies zijn toegestaan als de sleutel in de stand van de 'grondbediening' staat.
6. Laat de sleutel in de basis overschakelen in de kooistand. Controleer of de regelfuncties nu
zijn overgedragen aan de kooi, en dat alle bediening werd geactiveerd.
7. Ga uit de kooi en controleer of de grondbediening nu inactief is. Alle controles zijn nu
uitgevoerd.
8. Schakel de Niftylift uit.
Dutch – 07/17
Original instructions
Height Rider/SP Series
Bediening & Veliligheid Instructies
71