2.1.16
Gebruik het systeem om het platform horizontaal te zetten niet om de reikwijdte van het platform
kunstmatig te vergroten. Gebruik nooit planken of ladders om hetzelfde resultaat te bereiken.
2.1.17
Platform nooit gebruiken voor heffen van overhangende of volumineuze voorwerpen die de maximum
draagcapaciteit overschrijden of voorwerpen meenemen die de windbelasting op het platvorm verhogen
(bijv. waarschuwingsborden enz).
2.1.18
De Niftylift mag niet gebruikt worden wanneer geplaatst op trucks, trailers, spoorwagons, vaartuigen,
steigers o.i.d. tenzij hiervoor schriftelijke toestemming door Niftylift Ltd in Great Britain verleend is.
2.1.19
Vóór omlaagzetten of zwenken altijd onder het platform controleren dat de ruimte vrij van personen of
obstructies is. Bij zwenken naar ruimten waar verkeer passeren kan voorzichtig te werk gaan. Hekken
gebruiken om verkeer te regelen of toegang tot de machine te verhinderen.
2.1.20
Stuntrijden met motorvoertuigen of ravotten op en rond de Niftylift is niet toegestaan.
2.1.21
Bij aanwezigheid van ander bewegend materieel en voertuigen moeten speciale voorzorgsmaatregelen
genomen worden om te voldoen aan plaatselijke voor de werkplek uitgevaardigde verordeningen of
veiligheidsnormen. Waarschuwingen zoals, maar niet beperkt tot, vlaggen touwafsperringen,
zwaailichten en hekken gebruiken.
2.1.22
Voor en tijdens het rijden met een platform dat omhoog staat moet de operateur een duidelijk overzicht
hebben van de weg, een veilig afstand houden van obstakels, puin, afzetpunten, gaten, afdalingen,
drempels, en andere gevaren zodat er veilig gereden kan worden. Houd een veilige afstand van
obstakels die boven uw hoofd uitsteken.
2.1.23
De hoogwerker is niet geschikt voor of bedoeld als openbare weg.
2.1.24
In alle gevallen beperkt de operateur de reissnelheid volgens de condities van het grondoppervlak,
verkeersdrukte, zichtbaarheid, helling, locatie van het personeel andere factoren die botsingen of letsel
bij personeel kunnen veroorzaken.
2.1.25
Het Niftylift mag niet worden bestuurd op gradaties, zijhellingen of drempels die hoger zijn dan
waarvoor het luchtplatform is ontworpen door de fabrikant.
2.1.26
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de gevarenclassificatie van enige bepaalde
atmosfeer of locatie te bepalen. In gevaarlijke locaties gebruikte hoogwerkers moeten goedgekeurd en
van het vereiste type zijn. (Raadpleeg ANSI/NFPA 505 in de VS).
2.1.27
De operator moet eventuele potentieel gevaarlijke locatie(s) (milieus) die tijdens werken geconstateerd
worden onmiddellijk aan zijn supervisor melden.
2.1.28
Als een operator vermoedelijke storing van de Niftylift of enig gevaar of potentieel onveilige toestand
m.b.t. capaciteit, bedoeld gebruik of veilig bedrijf constateert, moet hij onmiddellijk werk met de Niftylift
stoppen en nadere informatie omtrent veilig bedrijf bij zijn management of eigenaar, dealer of fabrikant
inwinnen alvorens verder met de Niftylift te gaan werken.
2.1.29
De operator moet onmiddellijk eventuele problemen of storingen van de Niftylift die tijdens werken
geconstateerd worden aan zijn superieuren melden. Eventuele problemen of storingen die de veiligheid
van het werk beïnvloeden, moeten alvorens het werk voort te zetten gerepareerd worden.
2.1.30
De giek en platform van de Niftylift mogen niet gebruikt worden om de wielen van de grond te heffen.
2.1.31
De Niftylift mag niet als kraan gebruikt worden.
2.1.32
De Niftylift mag niet tegen een ander voorwerp geplaatst worden om het platform stabiel te houden.
Dutch – 07/17
Original instructions
Height Rider/SP Series
Bediening & Veliligheid Instructies
9