Height Rider/SP Series
Bediening & Veliligheid Instructies
A3
LASTSENSORSYSTEEM
Het lastsensorsysteem is PL d in overeenstemming met ISO 13849-1:2008 zoals vereist door BS EN
280:2013+A1 2015.
1.De limiet van de geselecteerde onderdelen gerelateerd aan de veiligheid en eventuele uitsluitingen
van fouten;
Het lastsensorsysteem wordt altijd geactiveerd als de PCB een signaal ontvangt van de groene knop of
voetschakelaar. Het sensorsysteem bestaat uit twee kanalen en ontvangt de invoer vanuit een enkele
laadcelbrug op de laadcel op de kooi. De daadwerkelijke last voor de kooi wordt gemeten, en in geval
van overbelasting gaat het alarm af en wordt het uitvoersignaal onderbroken.
Het verlies van het uitvoersignaal wordt omgezet in twee aparte kanalen, een ervan wordt gebruikt om
de uitvoer van Kanaal 1 (EN) te isoleren, en de andere om de uitvoer van Kanaal 2 (ALM). Er moet
goed onderhoud worden gepleegd en elke dag moeten er veiligheidsinspecties worden
uitgevoerd.
Bij het voor het eerst instellen mag de machine geen lading hebben zodat de functie "eigengewicht" de
geen-last situatie kan vastleggen. Hierna wordt een gekalibreerde testlading in de kooi geplaatst om de
bovengrens in te stellen. Het nulpunt en de juiste testlading moeten goed worden ingesteld en in acht
worden genomen om er zeker van te zijn dat het lastsensorsysteem correct functioneert. Het is
mogelijk om de overbelasting toe te passen op de machine in de ruststand en hier pas achter te komen
bij de volgende toepassing van het commandosignaal. Als de machine in de hoge stand staat zijn de
gevolgen hiervan veel groter dan als de machine in de ruststand stond. Een vorm van misbruik die
redelijk voorspelbaar is.
2.De limiet van de SRP/CS en het eventueel uitsluiten van fouten, waarvoor, indien essentieel voor het
behouden van de geselecteerde categorie of categorieën en veiligheidsprestaties, de juiste informatie
(bijvoorbeeld voor het aanbrengen van wijzigingen, het plegen van onderhoud en reparaties) wordt
gegeven om het continu uitsluiten van fouten te blijven rechtvaardigen;
Breng op GEEN enkele wijze wijzigingen, veranderingen aan in de bediening, veiligheidsapapparatuur,
tussenverbindingen of andere onderdelen van de machine aan en schakel ze ook NIET uit.
Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door goed getraind en bevoegde personen, die bekend zijn
met alle bedieningsmodussen, snelheden en eigenschappen van dit model.
3.De effecten van het afwijken van de gespecificeerde prestaties voor de veiligheidsfunctie(s);
Als het lastsensorsysteem niet functioneert zoals bedoeld dan is het mogelijk dat de Niftylift te maken
gaat krijgen met te zware belastingen waarvoor het niet is ontworpen.
Als de Niftylift te maken krijgt met ladingen zwaarder dan die welke zijn aangegeven op de serieplaat
dan kan het product instabiel worden.
Als het product instabiel wordt kan er schade aan de Niftylift en andere apparatuur of eigendommen
ontstaan en tevens kan dit leiden tot letsel, een fataal ongeluk voor de gebruiker en kunnen personen in
de omgeving in gevaar komen.
4. Duidelijke beschrijvingen van de interfaces voor de SRP/CS en veiligheidsapparatuur;
Het lastsysteem bestaat uit een primair apparaat, de "lastsensor" en een PLC, en
beveiligingsapparatuur, bijvoorbeeld elektromagnetisch gestuurde masterdumpkleppen.
Als het lastsysteem wordt uitgeschakeld gaat er een alarm af en wordt er bij elk bedieningsstation de
visuele overbelasting duidelijk weergegeven. Het zal pas een reset uitvoeren als de te zware belasting
is weggehaald; aanbevolen wordt om de overbelasting op een veilige manier weg te halen.
64
Dutch – 07/17
Original instructions