10. Opsporen van storingen
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Voordat u begint met werkzaamheden aan mixers of flowmakers, koppelt u de motor los van de
voeding of zorgt u ervoor dat de zekeringen zijn verwijderd of dat de hoofdschakelaar is uitgezet.
Zorg ervoor dat de voedingsspanning niet per ongeluk kan worden ingeschakeld. Zorg ervoor dat
er geen onderdelen meer draaien.
Alle regelgeving met betrekking tot mixers of flowmakers die zijn geïnstalleerd in explosiegevaarlijke
omgevingen moet worden nageleefd.
Zorg ervoor dat geen werkzaamheden worden uitgevoerd in een explosiegevaarlijke omgeving.
Houd een servicelogboek bij.
Storing
Oorzaak
Geen voedingsspanning of storing in de
stroomtoevoer.
Voedingskabel is beschadigd.
Besturingssysteem is beschadigd.
Propeller kan niet vrij draaien.
Mixer of flowmaker
Statorwikkelingen zijn beschadigd.
wil niet starten.
Motor is uitgeschakeld vanwege oververhit-
ting.
Verschillende fasespanningen.
Overbelastingsrelais is te laag ingesteld of
is beschadigd.
Leksensor schakelt mixer of flowmaker uit.
Vocht in de motor.
Statorwikkelingen zijn beschadigd.
Verschillende fasespanningen.
Mixer of flowmaker
Overbelastingsrelais is te laag ingesteld of
start, maar stopt on-
is beschadigd.
middellijk.
De leksensor heeft de mixer of flowmaker
uitgeschakeld.
Vocht in de motor.
492
Oplossing
•
Herstel de voedingspanning. Start de
mixer of flowmaker handmatig.
•
Neem contact op met een erkend servi-
cebedrijf.
Neem contact op met een erkend service-
bedrijf.
Neem contact op met een erkend service-
bedrijf.
Reinig de propellerbladen en zorg dat de
propeller vrij kan draaien.
Neem contact op met Grundfos.
Wacht tot de motor is afgekoeld en probeer
de mixer of flowmaker opnieuw in te scha-
kelen.
Neem contact op met een erkend service-
bedrijf.
Controleer het overbelastingsrelais. Stel
het relais in op de nominale stroom.
Neem contact op met Grundfos.
Neem contact op met Grundfos.
Neem contact op met Grundfos.
Neem contact op met een erkend service-
bedrijf.
Controleer het overbelastingsrelais. Stel
het relais in op de nominale stroom.
Neem contact op met Grundfos.
Neem contact op met Grundfos.