Pos. Beschrijving
x
1450 mm
α
45°
β
min. 89,7 ° - max.90 °
3a,
voorste steunvoet
3c
y
500 mm
H
hoogte
4. AFG.xx.130 Plaats de diepteaanslag (3) en de
voorste steunvoeten (3a en 3c) in de juiste positie
en las deze in een werkplaats op het kolomprofiel
(2). Zie positienummers in afb.
Afb. AFG.xx.130-230, profiel en
Bereken de vereiste hoogte van de AFG
diepteaanslag op basis van de plaatsingsregels
voor flowmakers. Zie paragraaf Flowmakers.
De achterste steunvoet (3b) wordt niet
meegeleverd met AFG.xx.130.
Er moet een minimale overlapping van
150 mm zijn tussen de voorste steun-
voeten (3a en 3c). Zie afb.
Afb. AFG.xx.130-230, profiel en steun-
voeten.
5. Boor de gaten voor de ankerbouten voor de
bovenste bevestigingsbeugel.
6. Monteer de ankerbouten en bevestig de bovenste
bevestigingsbeugel.
A
C
Bevestiging bovenaan
steunvoeten.
31
B
Pos. Beschrijving
A, B Bouten
C
Isolator
Gat voor bevestiging van een veiligheids-
31
draad
7. Kort het kolomprofiel (pos. 2 in afb.
AFG.xx.150/260, profiel en steunvoeten,
achteraanzicht and AFG.xx.180-230, profiel en
steunvoeten) in tot de juiste lengte aan de isolator
(pos. C in afb. Bevestiging bovenaan) bij de
bovenste bevestigingsbeugel. Een gat van 5 tot
10 mm tussen de kraag van de isolator en het
kolomprofiel is optimaal. Zie afb. Bevestiging
bovenaan.
8. Verwijder de isolator en het draaibare metalen
gedeelte van de bovenste bevestigingsbeugel
door de middelste bout (pos. A) en de twee
bevestigingsbouten (pos. B) te verwijderen. Zie
afb. Bevestiging bovenaan.
9. Pas de buitenkant van de vierkante isolator aan
de binnenkant van het kolomprofiel aan. De
isolator moet strak in het kolomprofiel vastzitten.
10. Bevestig het draaibare metalen gedeelte (nu
bevestigd aan de bovenkant van het kolomprofiel)
op de reeds gemonteerde bovenste
bevestigingsbeugel. Draai de drie bouten (pos. A
en B in afb. Bevestiging bovenaan) aan in de
gewenste positie. Het is mogelijk om de hoek in
stappen van 7,5 ° bij te stellen.
11. Boor de gaten voor de bevestigingsbouten van de
onderste bevestigingsplaat in de bodem van de
tank en plaats de bouten. Zie afb.
AFG.xx.150/260, profiel en steunvoeten,
achteraanzicht.
12. Draai de ankerbouten in de onderste
bevestigingsplaat aan.
13. Boor gaten, bevestig en draai de bouten van de
voorste en achterste steunvoeten ook aan.
14. Boor de gaten voor de bevestigingsbouten van de
kraanvoet in het beton.
15. Monteer de kraanvoet, plaats de schroeven en
draai deze vast.
481