Temperatuurcontrole
De motortemperatuur moet altijd worden bewaakt via
de ingebouwde PTC-sensoren. Het aangewezen
relais moet voor dit gebruik gecertificeerd zijn voor
veiligheidsniveau SIL 1. Als het relais is ingebouwd
als onderdeel van een frequentieomvormer, moet de
omvormer ook voldoen aan SIL 1.
Voedingskabel
De in de fabriek aangebrachte voedingskabel mag
niet worden ingekort.
Mixers en flowmakers mogen niet worden
gedemonteerd in een explosieve atmos-
feer.
Soft starter en frequentieomvormer
Soft starters en frequentieomvormers mogen alleen
worden gebruikt als hun Ex classificatie hoger is dan
de classificatie van de mixer of flowmaker en als ze
zijn geïnstalleerd in overeenstemming met de Ex
regelgeving.
Toebehoren
Gebruik de mixer of flowmaker alleen met originele
en goedgekeurde accessoires.
Flowmakers
Vanwege het risico op elektrostatische lading moeten
flowmakers met kunststoffen propeller in explosieve
omgevingen altijd in water worden ondergedompeld.
Onderhoud, service en reparatie
Het demonteren van mixers, flowmakers of
hun kabeldoorvoeren moet worden uitge-
voerd door Grundfos of een erkend servi-
cebedrijf.
Gebruik alleen originele en goedgekeurde
onderdelen.
Voor inspectie en onderhoud moet aan standaard EN
60079-17 worden voldaan.
Servicelogboek
Reserveonderdelen moeten worden geregistreerd in
een servicelogboek om 100% traceerbaar te zijn
tijdens de levensduur van het product.
470
4. Het product ontvangen
4.1 Het product transporteren
Controleer of het ontvangen product overeenkomt
met de bestelling. Neem in geval van schade of
ontbrekende onderdelen onmiddellijk contact op met
het transportbedrijf of de fabrikant.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Zorg ervoor dat de mixer of flowmaker
niet kan omvallen of omrollen.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Voordat u de onderdelen van de mixer
of flowmaker gaat hijsen dient u even-
tuele plaatselijke voorschriften in acht
te nemen die het gewicht van de te hij-
sen onderdelen beperken, zonder hijs-
apparatuur.
Alle hijsapparatuur moet geschikt zijn voor het doel
en op beschadigingen worden gecontroleerd voordat
u met hijsen begint. De hijscapaciteit mag nooit
worden overschreden.
4.2 Het product inspecteren
Installeer geen beschadigde mixer of flow-
maker.