19. Plaats de kraan in de voet en stop de hijsdraad in
de trommel van de lier. Zie afb. De hijsdraad in de
trommel monteren.
De hijsdraad in de trommel monteren
Er moeten altijd drie kabelwikkelingen
om de trommel blijven zitten. Anders
kan de draad van de trommelbevesti-
ging losbreken.
Volg de afzonderlijke installatie- en be-
dieningsinstructies voor kranen op.
20. Hijs de flowmaker (motorbeugel met motor) met
de kraan op en schuif deze over het kolomprofiel.
21. Laat de flowmaker langzaam in de tank zakken en
plaats deze op de diepteaanslag.
22. Bevestig de kabelsok (pos. 18 in afb. Bovenste
bevestigingsbeugel met hijs- en veiligheidsdraden
en kabelsok) aan de bovenste bevestigingsbeugel
bij de schakel en trek de motorkabel hier
doorheen tot de gewenste positie. Zie afb.
Bovenste bevestigingsbeugel met hijs- en
veiligheidsdraden en kabelsok. De voedingskabel
dient licht aangetrokken te worden.
B
31
18
Bovenste bevestigingsbeugel met hijs- en
veiligheidsdraden en kabelsok
Pos. Beschrijving
B
Bouten
18
Kabelsok
20
Bevestigingsbeugel
Gat voor bevestiging van een veiligheids-
31
draad
Verwijder de hijsdraad van de kraan
voordat de flowmaker wordt ingescha-
keld.
23. Verwijder de hijsdraad van de lierklem op de
bovenste bevestigingsbeugel (pos. 20 in afb.
Bovenste bevestigingsbeugel met hijs- en
veiligheidsdraden en kabelsok). Rol eventuele
extra hijsdraad op en maak deze vast met een
riem.
24. Gebruik de hijsdraad als trekontlasting voor de
voedingskabel. Om deze reden moet de hijsdraad
altijd aangetrokken zijn. Zie afb. Bevestiging van
de hijsdraad aan de motorbeugel.
20
483