B
EDIENING VAN DE UNIT
I
NLEIDING
Deze handleiding is samengesteld om een juiste werking en
onderhoud van de unit te verzekeren. U vindt er informatie in over het
optimaal gebruik van de unit en over de procedure bij eventuele
problemen. Deze unit is uitgerust met beveiligingen maar deze zullen
niet noodzakelijk alle problemen als gevolg van verkeerd gebruik of
slecht onderhoud voorkomen.
Raadpleeg uw Daikin-verdeler indien u het probleem niet zelf kunt
oplossen.
Vooraleer u de unit voor het eerst opstart moet u er zeker
van zijn dat deze correct is gemonteerd. Lees daarom
aandachtig het hoofdstuk
pagina 1
en de aanbevelingen in
opstarten" op pagina
B
ESCHRIJVING
De luchtgekoelde EUWAC waterkoelers zijn verkrijgbaar in
3 standaardgrootten met een nominale koelcapaciteit van 11,2 tot
22,6 kW. Elke grootte is verkrijgbaar in driefasen 400 V+N 50 Hz.
(Zie afbeelding 4)
1
Compressor (M1C)
2
Condensorblok
3
Condensorventilator met motor (M11F) (uitsluitend voor EUWAC5)
4
Condensorventilator (uitsluitend EUWAC8+10)
5
Condensorventilator (M11F) (uitsluitend EUWAC8+10)
6
Hogedrukmanometer
7
Lagedrukmanometer
8
Droger/filter
9
Thermostatisch expansieventiel
10
Verdamper
11
Aansluiting van waterinlaat
12
Aansluiting van wateruitlaat
13
Schakelkast
14
Lagedrukschakelaar (S4LP)
15
Hogedrukschakelaar (S1HP)
16
Digitale besturing
Functie van de hoofdonderdelen
1
Compressor
2
Condensor
3
Verdamper
4
Expansieklep
5
Filter
6
Lagedrukschakelaar
7
Hogedrukschakelaar
8
Temperatuursensor aan waterinlaat
9
Temperatuursensor aan wateruitlaat
10
Ventilatormotor condensor
EUWAC5~10FBZW1
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW61657-1 – 07.2010
"Montage van de unit" op
"Controle voor het
8.
(Zie afbeelding 5)
Naarmate het koelmiddel door de unit circuleert treden er wijzigingen
op in de toestand of conditie. Deze wijzigingen worden veroorzaakt
door de volgende hoofdonderdelen:
■
Compressor
De compressor (M1C) werkt als een pomp en doet het
koelmiddel circuleren in het koelcircuit. Het comprimeert het
koelmiddelgas dat uit de verdamper komt tegen een drukniveau
dat de verdichting in de condensor goed mogelijk maakt.
■
Condensor
De condensor zet het koelmiddel om van een gas in een
vloeistof. De warmte verkregen door het gas in de verdamper
wordt door de condensor uitgeblazen in de omgevingslucht en
de damp wordt omgezet in vloeistof. Dit proces wordt versneld
door één (EUWAC5) of twee ventilatoren (EUWAC8+10).
■
Filter
De filter achter de condensor verwijdert kleine deeltjes uit het
koelmiddel om blokkage van de expansieklep en de slangen te
voorkomen.
■
Thermostatisch expansieventiel
De vloeistof komende uit de condensor komt via een
expansieventiel terecht in de verdamper. Het ventiel houdt de
aanzuigdruk aan de verdamperuitlaat constant zodat zoveel
mogelijk vloeibaar koelmiddel in gas wordt omgezet.
■
Verdamper
De verdamper moet voornamelijk warmte onttrekken uit het
water dat erdoor vloeit. Dit is mogelijk door het vloeibare
koelmiddel, dat uit de condensor komt, om te zetten in een gas.
■
Aansluiting van waterinlaat/-uitlaat
De aansluitingen van de waterinlaat en -uitlaat maken een
eenvoudige
aansluiting
waterkoeler op het watercircuit van de luchtbehandelingsunit of
de industriële uitrusting.
Beveiligingen
De standaardversie van de unit is uitgerust met de volgende
beveiligingen:
■
Overstroomrelais (algemene beveiliging)
Het overstroomrelais (K4S) bevindt zich in de schakelkast van de
unit en beveiligt de compressormotor in geval van overbelasting,
fasestoring of te lage spanning. De instelling van de relais gebeurt
in de fabriek en mag niet worden gewijzigd. Wanneer het werd
geactiveerd, moet u het manueel terugstellen.
■
Hogedrukschakelaar (algemene beveiliging)
De
hogedrukschakelaar
afvoerleiding van de unit en meet de condensordruk (druk aan
de compressoruitlaat). Wanneer de druk te hoog wordt, treedt
de drukschakelaar in werking en stopt de unit.
De instelling van de schakelaar gebeurt in de fabriek en mag niet
worden gewijzigd. De schakelaar wordt automatisch teruggesteld,
maar de besturing moet u wel manueel terugstellen.
■
Lagedrukschakelaar (algemene beveiliging)
De lage drukschakelaar (S4LP) is gemonteerd op de
aanzuigleiding van de unit en meet de aanzuigdruk (druk aan de
compressorinlaat). Wanneer de druk te laag wordt, treedt de
drukschakelaar in werking en stopt de unit.
De instelling van de schakelaar gebeurt in de fabriek en mag niet
worden gewijzigd. De schakelaar wordt automatisch teruggesteld,
maar de besturing moet u wel manueel terugstellen.
■
Fasebeveiliging (algemene beveiliging)
De fasebeveiliging (R1P) bevindt zich in de schakelkast van de
unit. De beveiliging voorkomt dat de compressor in omgekeerde
richting draait. Als de unit niet start dient u twee fasen van de
voeding om te keren.
mogelijk
van
de
luchtgekoelde
(S1HP)
is
gemonteerd
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
op
de
6