■
Thermische beveiliging van de uitlaat (algemene beveiliging)
De thermische beveiliging van de uitlaat (Q*D) treedt in werking
als de temperatuur van het koelmiddel dat de compressor
verlaat te hoog wordt. Als de temperatuur weer normaal wordt
zal de beveiliging automatisch worden teruggesteld. De
besturing daarentegen moet manueel worden teruggesteld.
■
Thermische beveiliging van de ventilatormotor (beveiliging van
een onderdeel)
De ventilatormotor is uitgerust met een thermische beveiliging
(Q11F). De beveiliging wordt in werking gesteld wanneer de
temperatuur van de ventilatormotor te hoog wordt.
De beveiliging wordt automatisch teruggesteld zodra de
temperatuur weer normaal is.
■
Temperatuursensor uitlaatwater (algemene beveiliging)
De temperatuursensor van de wateruitlaat (R4T) meet de
watertemperatuur aan de uitlaat van de waterwarmtewisselaar.
De beveiliging sluit het circuit af als de koelwatertemperatuur te
laag wordt om te voorkomen dat het water tijdens de werking
bevriest.
Als de watertemperatuur aan de uitlaat weer normaal wordt,
wordt de beveiliging automatisch teruggesteld. De besturing
daarentegen moet manueel worden teruggesteld.
■
Extra grendelcontact (algemene beveiliging)
Om te voorkomen dat de unit kan opstarten of functioneren
zonder dat er water circuleert door de verdamper, dient u een
grendelcontact (S10L) van bijvoorbeeld een debietschakelaar in
te schakelen in het opstartcircuit van de unit.
Meetinstrumenten
U dient de hoge en lage druk van het koelmiddelcircuit te controleren
om te verzekeren dat de unit goed functioneert en het nominaal
afgegeven vermogen wordt bereikt. Daarom kan de unit worden
uitgerust met een als optie verkrijgbare hoge- en lagedruk-
manometer. Zie de controlelijst in het hoofdstuk
unit" op pagina
10.
■
Hogedrukmanometer
De hogedrukmanometer geeft de persdruk aan (druk aan de
uitlaat van de compressor).
■
Lagedrukmanometer
De lagedrukmanometer geeft de aanzuigdruk aan (druk aan de
inlaat van de compressor).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
7
Interne bedrading – tabel met onderdelen
Raadpleeg de sticker met het interne elektrisch schema bevestigd op
de unit.
De gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis:
A1P.................... PCB: Klemunit
A2P.............** ... PCB: Adreskaart (voor BMS in optie)
A3P.................... PCB: Regelaar ventilatorsnelheid (uitsluitend 5 pk)
A71P.................. PCB: voedingskaart
A72P.................. PCB: interface voor afstandsbediening
C1 ...................... Condensator voor ventilatormotor
E1H.................... Carterverwarming
F1,2,3U.......# .... Zekeringen
F5 ...............## .. Schommelingsvrije zekering
F5B .................... Zekering voor regelcircuit
F7B .................... Zekering voor ventilatorcircuit
F9B .................... Zekering voor secundaire spanning van TR1
F8U.................... Schommelingsvrije zekering
F9U.............## .. Schommelingsvrije zekering (voor BMS in optie)
H1P.............*..... Alarmlampje
H3P.............*..... Werkingslampje voor compressor
K1M ................... Schakelaar voor compressor
K4S.................... Overstroomrelais
K1A.................... Hulprelais voor hoge druk
K1F,K3F ............. Schakelaar voor selectie hoge snelheid van de
K2F .................... Schakelaar voor selectie lage snelheid van de
KP...............*..... Pompschakelaar
M11F ................. Ventilatormotor
"Inschakelen van de
M1C ................... Compressormotor
PE...................... Hoofdaardklem
Q1D ................... Thermische beveiliging voor afvoer
Q11F.................. Thermische beveiliging ventilator
R1P.................... Fasebeveiliging
R3T.................... Temperatuursensor voor waterinlaat
R4T.................... Temperatuursensor voor wateruitlaat
S1HP ................. Hogedrukschakelaar
S4LP.................. Lagedrukschakelaar
S4PC ................. Kopdrukschakelaar voor regeling ventilatorsnelheid
S9S.............*..... Start/stopschakelaar vanop afstand of dubbel
S10L ...........# .... Debietschakelaar
S11L ...........# .... Contact dat sluit als de pomp functioneert
S12S...........# .... Hoofdschakelaar
TR1.................... Transformator
X1 ...................... Aansluitklem
X2 ...................... Aansluitklem in klemunit voor digitale uitgangen
ventilatormotor (uitsluitend 8+10 pk)
ventilatormotor (uitsluitend 8+10 pk)
(uitsluitend 8+10 pk)
instelpunt
besturingsvoeding
in
ingangen, analoge ingangen, analoge uitgangen
en voor de voedingsbesturing
Niet geleverd bij standaardunit
Niet mogelijk als optie
Verplicht
#
Niet verplicht
*
230 V ➞ 24 V
(30 VA)
voor
klemmenstrook
voor
digitale
Mogelijk als optie
##
**
EUWAC5~10FBZW1
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW61657-1 – 07.2010