Waterlekken
Controleer de verdamper en het externe watercircuit op
waterlekken.
Afvoer
Monteer de serviceplaten zodat de unit volledig afgesloten is en
start de unit. Controleer nadat de unit enkele uren heeft gewerkt
of het condenswater goed via de afvoer wordt afgevoerd en of
het niet uit de lekbak op de vloer loopt.
Soms is de uitlaat van de lekbak geblokkeerd of creëren de
condensorventilatoren een vacuüm, zodat het condenswater in
de lekbak blijft staan en over de rand loopt. In dat geval moet
u de afvoer lager leggen. Het hoogteverschil van 75 mm van
hoofdstuk
"Montage van de
3
Als de unit na een paar minuten niet start dient u de eigenlijke
werkingsinformatie te raadplegen in de lijst van directe
parameters. Raadpleeg ook het hoofdstuk
op pagina
17.
LET OP
Bij
aan/uit-afstandsbesturing
aanbevolen om een aan/uit-schakelaar te monteren
nabij de unit, en dit in serie met de afstandsschakelaar.
De unit kan dan vanop beide plaatsen worden
uitgeschakeld.
Uitschakelen van de unit
Ga als volgt te werk om de unit uit te schakelen als de stand koelen in
werking is:
1
Druk
ongeveer
5
seconden
controlelampje G dooft.
LET OP
Zie
"Selecteren van lokale of aan/uit-afstands-
besturing" op pagina 14
is ingeschakeld.
Directe parameters raadplegen en wijzigen
Zie
"Menu-overzicht" op pagina 20
menustructuur.
Druk op het hoofddisplay 5 seconden op B.
1
De -/- parametergroep wordt weergegeven.
Druk op de C- of D-toets om de vereiste parametergroep
2
te selecteren.
Druk op de B-toets om de geselecteerde parametergroep in
3
te voeren.
Druk op de C- of D-toets om de vereiste parameter te
4
selecteren.
Druk op de B-toets om de geselecteerde parameter te
5
raadplegen.
6
Druk op de C- of D-toets om de waarde van de
geselecteerde parameter respectievelijk te verhogen of te
verlagen. (Alleen geldig voor lezen/schrijven parameters.)
7
Druk op de B-toets om de gewijzigde instelling te bevestigen.
OF
Druk op de A-toets om de gewijzigde instelling te annuleren.
Druk op de A-toets om terug te keren naar de
8
parametergroep.
Druk 2 keer op de A-toets om terug te keren naar het
9
hoofddisplay.
Als er tijdens de procedure niet 30 seconden lang op een toets wordt
gedrukt, dan gaat de weergegeven parametercode of waarde
knipperen. Als nog eens 30 seconden niet op een toets wordt
gedrukt, dan keert de besturing automatisch terug naar het
hoofddisplay zonder een gewijzigde parameter op te slaan.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
11
unit" is een minimum.
"Storingsopsporing"
(h07=1)
is
op
de
D-toets,
als aan/uit-afstandsbesturing
voor een overzicht van de
Raadplegen van parameters sensoruitleesmenu
Zie
"Menu-overzicht" op pagina 20
menustructuur.
b01/b02/b03
De
"sensoruitleesmenu".
Druk op de C- of D-toets op het hoofddisplay.
1
De b01-parameter wordt weergegeven.
Als er niet op een toets wordt gedrukt, wordt de waarde van
b01-sensor weergegeven totdat er weer wordt gedrukt op C
of D om een andere parameter te selecteren (b02 of b03).
Druk op de A-toets om terug te keren naar het hoofddisplay.
2
Als er tijdens de procedure niet 30 seconden lang op een toets wordt
gedrukt, dan gaat de weergegeven parametercode of waarde
knipperen. Als nog eens 30 seconden lang niet op een toets wordt
gedrukt, dan keert de besturing automatisch terug naar het
hoofddisplay.
het
Wijzigen van de koeltemperatuur
1
Wijzig de r1 koeltemperatuurparameter.
Dit is een directe parameter. Zie
wijzigen" op pagina
Als het dubbele instelpunt is geactiveerd (zie
LET OP
instelpuntbesturing selecteren" op pagina
het
Raadplegen van huidige werkingsinformatie
De eigenlijke werkingsinformatie die u kunt raadplegen in de lijst van
directe parameters omvat:
■ b01: waterinlaattemperatuur verdamper,
■ b02: wateruitlaattemperatuur verdamper,
■ b03: niet gebruikt,
■
c10: totaal aantal bedrijfsuren van de compressor 1,
■
c15: totaal aantal bedrijfsuren van de pomp.
■
De parameters b01, b02 en b03 kunnen ook
LET OP
worden geraadpleegd door het "sensoruitlees-
menu". Raadpleeg
sensoruitleesmenu" op pagina
■
Om de timers van de parameters c10, c11 en
c15 terug te stellen, zie
waarschuwing" op pagina
Dit zijn directe parameters, zie
wijzigen" op pagina
Terugstellen van een alarm
Als een alarm wordt vastgesteld gebeurt het volgende:
■
het alarmrelais wordt geactiveerd,
■
het H-controlelampje wordt weergegeven
■
het scherm begint te knipperen en toont afwisselend de
alarmcode en de waterinlaattemperatuur.
De volgende alarmcodes kunnen op het scherm verschijnen:
■
a1: een vorstbeveiligingsalarm is in werking gesteld.
■
e1: de NTC-sonde die de waterinlaattemperatuur aan de
verdamper meet is defect.
■
e2: de NTC-sonde die de wateruitlaattemperatuur van de
verdamper meet is defect.
■
e3: de zekering voor de verwarmingstape van de verdamper
(F4) is gesprongen, er is een tegenfasestoring of een
probleem met de I/O-printkaart (A2P).
voor een overzicht van de
parameters
maken
deel
"Directe parameters raadplegen en
11.
"Raadplegen van parameters
11.
"Terugstellen van een
12.
"Directe parameters raadplegen en
11.
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
uit
van
het
"Dubbele-
15).
EUWAC5~10FBZW1
4PW61657-1 – 07.2010