C
ONTROLE VAN HET WATERCIRCUIT
De EUWAC-units zijn uitgerust met een waterinlaat en -uitlaat voor
aansluiting op een koelwatercircuit. Dit circuit moet worden voorzien
door een erkend technicus en in overeenstemming zijn met de
geldende Europese en nationale reglementeringen.
Controleer de volgende punten alvorens u verdergaat met de
installatie van de EUWAC:
1
Voorzie een circulatiepomp die het water rechtstreeks in de
verdamper brengt. In de schakelkast is een spanningsvrij
contact voorzien voor de aandrijving van de pomp.
2
In de wateruitlaatleiding moet een debietschakelaar worden
aangebracht om te voorkomen dat de unit functioneert bij een te
lage waterstroom. In de schakelkast steekt een klem voor de
elektrische aansluiting van de debietschakelaar.
3
Monteer een veelhoeksfilter aan de pompaanzuigzijde om de
pomp en de warmtewisselaar te beschermen tegen vreemde
materialen. De mazen moeten tussen 0,5 en 1,5 mm groot zijn.
4
Alle lage punten van het systeem moeten worden voorzien van
afvoerstoppen. Dit maakt het mogelijk om bij onderhoud of
volledige stopzetting van het systeem het hele circuit te laten
afvoeren.
5
Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge punten in het systeem.
De
ontluchtingspunten
toegankelijke punten bevinden. De waterinlaatleiding is speciaal
ontworpen om alle lucht uit de verdamper te kunnen
verwijderen.
6
Voorzie voldoende beveiligingen in het watercircuit om te
voorkomen dat de waterdruk de maximaal toegestane werkdruk
zou overstijgen.
A
ANSLUITING VAN HET WATERCIRCUIT
Voer alle leidingaansluitingen (waterinlaat en -uitlaat) uit aan de
rechterkant van de waterkoeler. (Zie afbeelding 1)
Als er lucht, vocht of stof in het watercircuit terechtkomt, kunnen er
storingen ontstaan. Daarom moet u bij het aansluiten van het
watercircuit steeds rekening houden met het volgende:
1.
Gebruik uitsluitend zuivere leidingen.
2.
Houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het verwijderen
van bramen.
3.
Dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door een
muur steekt, zodat er geen stof of vuil kan indringen.
W
,
ATERVULLING
STROOM EN KWALITEIT
Om een probleemloze werking van de unit te verzekeren is er een
minimaal watervolume in het systeem vereist en moet de
waterstroom door de verdamper binnen het werkingsbereik liggen
(raadpleeg daartoe de onderstaande tabel).
EUWAC5
EUWAC8
EUWAC10
Het minimale watervolume v [kg] in het systeem moet bovendien
voldoen aan onderstaande criteria:
v > (Q / 2) x t / (C x y)
Q
hoogste koelcapaciteit van de unit binnen het
werkingsbereik (kW)
t
antipendeltimer van de unit (AREC)/2(s)=120 s
C
specifieke verwarmingscapaciteit van de vloeistof
(kJ/kg°C)=4,186 kJ/kg°C voor water
y
trapgrootte (°C)
standaardinstelling=3°C
(raadpleeg het hoofdstuk
de instellingen)
EUWAC5~10FBZW1
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW61657-1 – 07.2010
moeten
zich
op
gemakkelijk
Minimale
Maximale
waterstroom
waterstroom
16 l/min
64 l/min
23 l/min
92 l/min
28 l/min
112 l/min
"Bediening van de
unit" voor
De waterkwaliteit moet beantwoorden aan de volgende specificaties:
circulerend
Te controleren punten
pH
bij 25°C
Elektrisch
geleidingsvermogen
[mS/m]
bij 25°C
-
Chlorideion
[mg Cl
/l]
2-
Sulfaation
[mg SO
/l]
4
M-alkaliteit (pH 4,8) [mg CaCO
/l]
3
[mg CaCO
/l]
Totale hardheid
3
[mg CaCO
/l]
Calciumhardheid
3
[mg SiO
/l]
Siliciumion
2
Referentiepunten
IJzer
[mg Fe/l]
Koper
[mg Cu/l]
2-
Sulfideion
/l] niet opspeurbaar niet opspeurbaar
[mg S
+
Ammoniumion
[mg NH
/l]
4
Resterende
[mg Cl/l]
chloride
[mg CO
/l]
Vrij carbide
2
Stabiliteitsindex
De waterdruk mag de maximale werkdruk van 10 bar niet
overschrijden.
LET OP
Voorzie voldoende beveiligingen in het watercircuit om
te voorkomen dat de waterdruk de maximaal
toegestane werkdruk zou overstijgen.
I
SOLEREN VAN DE LEIDINGEN
Het volledige watercircuit, inclusief alle leidingen, moet worden
geïsoleerd om condensvorming en een verminderde koelcapaciteit te
voorkomen. Houd bij de isolatie van de leidingen rekening met de
volgende punten:
1
Voorzie een afzonderlijke isolatie voor de waterinlaat- en
wateruitlaatleidingen.
2
Isoleer de leidingaansluitingen goed.
3
Gebruik Armaflex-materiaal met een dikte van 9 mm.
Bescherm
de
waterleidingen
winterperiode (bijvoorbeeld met een glycoloplossing).
fenomeen
aangevoerd
in geval van
water
water
afwijking
6,8~8,0
6,8~8,0
roesten + afbladderen
<40
<30
roesten + afbladderen
<50
<50
roesten
<50
<50
roesten
<50
<50
afbladderen
<70
<70
afbladderen
<50
<50
afbladderen
<30
<30
afbladderen
<1,0
<0,3
roesten + afbladderen
<1,0
<0,1
roesten
roesten
<1,0
<0,1
roesten
<0,3
<0,3
roesten
<4,0
<4,0
roesten
—
—
roesten + afbladderen
tegen
bevriezing
tijdens
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
de
4