Probleem
Beeldkwaliteit is slecht of
minder geworden
De lampen schakelen te
snel uit
Documenten worden scheef
gescand
De scanner pauzeert langdurig
tijdens het scannen
Er worden meerdere
documenten tegelijk ingevoerd
Er verschijnen na het scannen
rolmarkeringen of strepen op
de documenten
Er verschijnen verticale lijnen
op de afbeelding.
34
Mogelijke oplossing
Zorg dat:
• de scanner schoon is Raadpleeg de sectie Onderhoud.
• de scanner gecalibreerd is. Raadpleeg de sectie Onderhoud.
De lampen in de i200 Series-scannen schakelen uit als er gedurende 5 minuten
geen scanneractiviteit is geweest. Als de lampen uit staan, maar de scanner nog
niet naar de modus Energy Star is geschakeld (standaard 15 minuten), is er een
vertraging van ongeveer 5 seconden voordat de lampen weer gaan opwarmen.
De standaardinstelling van Energy Star is 15 minuten en als deze niet wordt
gewijzigd in een andere waarde tussen 16 en 60 minuten, schakelen de lampen
uit wanneer er 5 minuten geen scanneractiviteit is geweest, 10 minuten later
gevolgd door het uitschakelen van de ventilator (15 minuten totaal).
Als u de Energy Star-instelling zet op een waarde hoger dan 15 minuten, moet
u ten minste één document scannen om die instelling in werking te laten treden.
Wanneer deze instelling in werking is getreden, is deze actief tot een nieuwe
instelling wordt geselecteerd of de scanner wordt uitgeschakeld en weer
ingeschakeld.
Zorg dat:
• de documentzijgeleiders zijn aangepast aan het formaat van de documenten
die worden ingevoerd.
• documenten loodrecht op de invoermodule worden ingevoerd.
• documenten in het midden van de ADF worden ingevoerd.
• de documenten geen nietjes en paperclips bevatten.
• de invoermodule, de separator module en aandrijfrollen schoon zijn.
Zorg dat:
• de hostcomputer voldoet aan de minimum vereisten voor het scannen.
• er voldoende ruimte is op de harde schijf.
• alle andere toepassingen gesloten zijn.
• er voldoende geheugen in de scanner is geïnstalleerd voor de documenten die
worden gescand.
U kunt ook proberen het probleem te verhelpen door de scaninstellingen
(compressie, enzovoort) in het scanprogramma te wijzigen.
Zorg dat:
• de documentranden die het eerst worden ingevoerd gecentreerd liggen in de
ADF, zodat elk document contact maakt met de invoerrollen.
• de separator module en invoermodule schoon en niet versleten zijn.
• documenten met een ongebruikelijke structuur of een ongebruikelijk oppervlak
met de hand worden ingevoerd.
Reinig de invoermodule, de separator module en de aandrijfrollen. Raadpleeg de
sectie Onderhoud.
• Reinig de imaginggeleiders. Raadpleeg de sectie Onderhoud.
• Calibreer de scanner. Raadpleeg de sectie Onderhoud.
A-61167_nl april 2005