Draai de kant van de luchtuitlaat naar de muur van het gebouw,
een schutting of een windscherm.
Zorg dat er voldoende ruimte is voor de installatie
Plaats de uitlaatzijde in een rechte hoek ten opzichte van de
windrichting.
Krachtige wind
Blaasrichting
van de lucht
3
Maak een waterafvoerkanaal rond de basis, zodat het
afvalwater wegloopt.
4
Als het water niet goed wordt afgevoerd van de unit, plaatst u de
unit op een fundering van betonblokken en dergelijke (de hoogte
van de fundering mag maximaal 150 mm bedragen).
5
Als u de unit op een raamwerk plaatst, moet u op minder dan
150 mm van de onderkant van de unit een waterdichte plaat
aanbrengen om te voorkomen dat van onder af water kan
binnendringen.
6
Wanneer de unit wordt opgesteld op een plaats die dikwijls
wordt blootgesteld aan sneeuw, speciaal op het volgende letten:
-
Werk met een zo hoog mogelijke fundering.
-
Voorzie een grote overdekking (lokaal te voorzien).
-
Verwijder het aanzuigrooster aan de achterzijde om
ophoping van sneeuw op de ribben aan de achterzijde te
voorkomen.
7
Afhankelijk van de omgeving kan de buitenunit een kortsluiting
veroorzaken. Gebruik dus de jaloezieën (lokaal te voorzien).
8
Monteer de unit niet op plaatsen waar de lucht een hoog
zoutgehalte heeft, bijvoorbeeld aan zee. (Voor meer informatie,
raadpleeg het Engineering Data Book).
9
Als u de unit installeert op een frame,
plaats dan een waterbestendige plaat (op
minder dan 150 mm van de onderkant van
de unit) of gebruik een afvoerblindpropkit
(optie) om druppelend afvoerwater te
voorkomen.
10 De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving met
ontploffingsgevaar.
ERQ100~140A7V1B
Condensorunit met inverter
4PW51321-1B – 2018.04
Krachtige wind
5.
Controleer de stevigheid en het vlak van de ondergrond van de
installatie opdat de unit na de installatie geen trillingen of lawaai
veroorzaakt.
Zet de unit zoals in de funderingstekening van de afbeelding is
aangegeven stevig vast met behulp van de funderingsbouten.
(Zorg voor vier sets M12-funderingsbouten, moeren en ringen).
De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot
op 20 mm vanaf de bovenkant van de fundering.
A Afvoerzijde
B Onderaanzicht (mm)
C Afvoeropening
De in deze handleiding beschreven uitrusting kan elektro-
nische ruis veroorzaken afkomstig van radiofrequentie-
energie. De uitrusting voldoet aan specificaties die een
redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke
interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie
geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden
gegeven.
Het is dan ook aan te raden de uitrusting en elektrische
draden op een gepaste afstand te monteren van
stereotoestellen, pc's enz.
(Zie afbeelding 2)
1
Pc of radio
2
Zekering
3
Aardlekschakelaar
4
Afstandsbediening
5
Keuzeschakelaar voor koelen/verwarmen
6
Luchtbehandelingsunit
7
Besturingskast
8
Expansieklepkit
In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand
3 m of meer bedragen om elektromagnetische storingen
van andere apparatuur te voorkomen en moeten de
voedings- en transmissieleidingen in kabelbuizen liggen.
V
OORZORGSMAATREGELEN BIJ DE
INSTALLATIE
A
140
620
140
B
47
423
C
614
Montagehandleiding
4