Installeer de airconditioner op een basis die het gewicht kan
dragen.
Wanneer de basis niet sterk genoeg is, kan het toestel naar
beneden vallen en iemand verwonden.
Houd bij de installatiewerkzaamheden rekening met sterke wind-
stoten, stormen of aardbevingen.
Een slechte installatie kan leiden tot ongevallen met gevallen
toestellen.
De elektrische installatie moet door bevoegd personeel conform
de plaatselijke wetten en voorschriften en deze montage-
handleiding op een apart circuit worden uitgevoerd.
Onvoldoende vermogen van het voedingscircuit of een ver-
keerde elektrische installatie kan leiden tot elektrische schokken
of brand.
Zorg ervoor dat alle bedrading goed is aangesloten, dat de voor-
geschreven bedrading werd gebruikt en dat er geen externe
krachten op de klemaansluitingen of bedrading worden
uitgeoefend.
Onvolledige aansluitingen of bevestigingen kunnen brand
veroorzaken.
Wanneer u de bedrading van de voeding en de bedrading
tussen de luchtbehandelingsunits en de besturingskast uitvoert,
moet u de kabels zodanig leiden dat het voorpaneel volledig kan
worden gesloten.
Wanneer het voorpaneel niet is aangebracht, kunnen de
klemmen oververhitten, of kunnen elektrische schokken of
brand worden veroorzaakt.
Als het koelgas tijdens de installatiewerkzaamheden lekt, moet u
de ruimte onmiddellijk ventileren.
Wanneer het koelgas aan vuur wordt blootgesteld, kunnen
giftige gassen vrijkomen.
Controleer na het voltooien van de installatiewerkzaamheden
het systeem op koelgaslekken.
Wanneer het koelgas in de ruimte vrijkomt en in contact komt
met een kachel of een fornuis, kan een giftig gas worden
geproduceerd.
Zet de stroomschakelaar uit alvorens u de elektrische klem-
onderdelen aanraakt.
Voorzichtig
Aard de airconditioner.
Houd u bij de aardweerstand aan de nationale regelgeving.
Sluit de aardleiding niet aan op een gas- of water-
leiding, een bliksemafleider of een telefoonaarding.
Onvolledige
aarding
veroorzaken.
Gasleiding.
Ontbranding of ontploffing mogelijk bij gaslekken.
Waterleiding.
Harde plastic leidingen vormen geen goede aarding.
Bliksemafleider of telefoonaarding.
Het elektrisch potentiaal kan abnormaal hoog stijgen bij een
blikseminslag.
Installeer een aardsluitingsaanwijzer.
Wanneer u geen aardsluitingsaanwijzer installeert, kan dit leiden
tot gevaar voor elektrische schokken of brand.
Installeer de afvoerleiding in overeenstemming met deze
montagehandleiding om voor een goede afvoer te zorgen, en
isoleer de leiding om condensvorming te voorkomen.
Een slechte afvoerleiding kan leiden tot waterlekken en natte
meubels.
Installeer de luchtbehandelingsunits en buitenunits, de stroom-
kabel en de verbindingsdraad op minstens 1 meter van televisie-
toestellen of radio's om beeldstoringen of ruis te voorkomen.
(Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1
meter soms niet om ruis te voorkomen.)
Spoel de buitenunit niet af.
Dit kan kortsluiting of brand veroorzaken.
ERQ100~140A7V1B
Condensorunit met inverter
4PW51321-1B – 2018.04
kan
elektrische
schokken
Installeer de airconditioner niet op een van de volgende
plaatsen:
In de aanwezigheid van dampen van mineraalolie, oliespray
of dampen, zoals bijvoorbeeld in een keuken.
De kwaliteit van de plastic onderdelen kan verminderen en
ze kunnen uit het toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
Waar corrosieve gassen, zoals zwavelzuurgassen worden
geproduceerd.
Corrosie aan de koperen leidingen of gesoldeerde delen kan
leiden tot koelmiddellekken.
In de aanwezigheid van apparatuur die elektromagnetische
golven genereert.
Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem
storen, zodat het toestel slecht zou werken.
In de aanwezigheid van mogelijke lekken van ontvlambare
gassen, van koolstofvezels of ontbrandbaar stof in de lucht of
waar wordt gewerkt met vluchtige ontvlambare stoffen, zoals
thinner of benzine.
Dergelijke gassen kunnen brand veroorzaken.
Waar de lucht een hoog zoutgehalte bevat zoals in de buurt
van de kust.
Waar de spanning sterk schommelt, zoals in een fabriek.
In voertuigen of schepen.
In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen.
Raak geen koelmiddel aan dat uit de aanslutingen van de
koelmiddelleidingen is gelekt.
Anders kan u vrieswonden oplopen.
Sluit het systeem NIET aan op DIII-net-toestellen:
Anders kan dit leiden tot storingen of een defect van het
volledige systeem.
2.
I
NLEIDING
2.1.
Combinatie
De luchtbehandelingsunits kunnen worden geïnstalleerd in het
volgende productassortiment.
Gebruik altijd geschikte luchtbehandelingsunits die compatibel
zijn met R410A.
Kijk
in
de
productcatalogi
behandelingsunits compatibel zijn met R410A.
De fabrikant van deze buitenunit is beperkt aansprakelijk voor
de totale capaciteit van het systeem omdat de prestaties
bepaald worden door het volledige systeem. De uitgeblazen
lucht
kan
variëren
luchtbehandelingsunit en de configuratie van de installatie.
Zowel de luchtbehandelingsunit als de software en hardware
van de digitale besturing worden lokaal geleverd en moeten
door de installateur worden geselecteerd. Zie de handleiding
"Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin met
lokaal geleverde verdampers" voor meer informatie.
De aanbevolen temperatuurinstelling op de lokaal geleverde
controller ligt tussen 16°C en 25°C.
welke
modellen
van
naar
gelang
de
geselecteerde
Montagehandleiding
lucht-
2