5.10.1. Montage
De digitale controller, meegeleverd in een kit, moet binnen
worden gemonteerd.
1
Neem het voorste deel van de digitale controller weg.
Steek een platte schroevendraaier in de
gleuven (1) in het onderste deel van de
controller en verwijder het bovenste deel
van de digitale controller.
2
Bevestig de digitale controller op een effen
oppervlak.
LET OP
Let op dat u het onderste deel van de digitale controller
niet vervormt door de montageschroeven te stevig aan
te draaien.
3
Voer de bedrading van de unit uit.
1
1
2
P2
P1
3
4
1
Koelerunit
2
Achterste deel van de digitale controller
3
Voorste deel van de digitale controller
4
Bedraad vanaf de achterkant
5
Bedraad vanaf de bovenkant
6
Maak een inkeping in het deel waardoor de bedrading kan
worden geleid met een kniptang enz.
Sluit de klemmen aan bovenaan het bovenste deel van de
digitale controller en de klemmen in de unit (P1 op 6, P2 op 7).
■
LET OP
De bedrading moet weg van de voedings-
bedrading worden geleid om elektrische
interferentie
voorkomen.
■
Strip de mantel af voor het
deel dat door de binnenkant
van de behuizing van de
digitale
gaan ( l ).
4
Breng het bovenste deel van de digitale controller weer aan.
Let op dat u de bedrading tijdens het monteren niet
klemt.
Begin met bevestigen vanaf de klemmen
aan de onderkant.
Montagehandleiding
10
1
6
P2
P1
5
(externe
interferentie)
controller
moet
5.10.2. Mogelijkheden voor AAN/UIT op afstand en
koelen/verwarmen op afstand
De unit kan op afstand worden bediend door middel van een
spanningsvrij contact. Afhankelijk van de instelling op de digitale
controller werkt de unit in de koel- of verwarmingsstand.
5.10.1. Aansluiting van de thermostaatkabel
De aansluiting van de thermostaatkabel hangt af van de toepassing.
Zie ook
"3. Voorbeeld van typische toepassing" op pagina
Thermostaatvereisten
■
Contactspanning: 230 V.
Werkwijze
1
Sluit de thermostaatkabel aan op de juiste aansluitklemmen
zoals afgebeeld in het bedradingsschema.
Thermostaat verwarmen/koelen
Terminal block
H C
8 9 10
H C
2
Bevestig de kabel met behulp van kabelbinders aan de
bevestigingspunten voor trekontlasting.
■
LET OP
Wanneer op de unit een kamerthermostaat is
aangesloten, zijn de weektimers voor verwarmen
en koelen nooit beschikbaar. Dit heeft geen
invloed op andere weektimers. Voor meer
informatie over de weektimers, zie de gebruiks-
aanwijzing.
■
Wanneer op de unit een kamerthermostaat is
aangesloten en op de =- of o-knop wordt
gedrukt, knippert de indicator voor gecentrali-
seerde besturing e om aan te geven dat de
kamerthermostaat voorrang heeft en de aan/uit-
werking en het omschakelen bepaalt.
te
1
AAN/UIT op afstand
Terminal block
N
H C
8 9 10
th
EWAQ+EWYQ005~007ADVP
Bedrijfsklare luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en bedrijfsklare
omkeerbare lucht-water warmtepompen
2.
N
sw
4PW71884-1 – 10.2011