Opmerkingen
............... Lokale bedrading
................. Klemmenstrook
......................... Connector
......................... Aansluitklem
.......................... Aardsluitingsbeveiliging
(1) Dit bedradingsschema geldt alleen voor de buitenunit.
(4) Sluit de beveiligingen Q1L, S1L niet kort om de unit te laten
functioneren.
BLK
: Zwart
GRY
BLU
: Blauw
PNK
BRN
: Bruin
ORG
GRN
: Groen
RED
5.9.2.
Richtlijnen lokale bedrading
Zorg er bij het bevestigen van kabels in de unit voor dat ze
de pomp of koelmiddelleiding niet raken.
Apparatuur conform met EN/IEC 61000-3-12
■
De lokale bedrading van de unit dient te worden aangebracht op
de klemmenstrook in de schakelkast. Om toegang te krijgen tot
de klemmenstrook, dient u het bovenpaneel van de unit en het
servicepaneel
van
de
"4.1. Openen van de unit" op pagina
■
Zorg dat de lengte van de lokale bedradingskabel 600 mm
langer is dan strikt noodzakelijk.
Dit zal toekomstig onderhoud vereenvoudigen omdat de
schakelkast zo kan worden opgetild zonder dat de kabels
moeten worden losgekoppeld.
Bind de overtollige kabellengte samen met kabelbinders zoals
getoond in de figuur.
Onthoud dat de hoofdschakelaar gemakkelijk bereikbaar moet
blijven en dat kabels altijd uit de buurt van hete leidingen en
scherpe randen moeten worden gehouden.
1
2
3
4
4
1
Voedingskabel
2
Verwarmingstape voedingskabel (220 V)
Enkel nuttig bij ADVP-H-units (verwarmingstape optie OP10).
3
Communicatiekabel digitale besturing
4
Doorverbinding voedingskabel (standaard gemonteerd)
■
Aan de zijkant van de schakelkast zijn bevestigingen voor kabel-
binders voorzien. Bevestig alle kabels met behulp van kabel-
binders voor trekontlasting.
(1) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt
voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur die is aan-
gesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom
>16 A en ≤75 A per fase.
EWAQ+EWYQ005~007ADVP
Bedrijfsklare luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en bedrijfsklare
omkeerbare lucht-water warmtepompen
4PW71884-1 – 10.2011
: Grijs
VIO
: Paars
: Roze
WHT
: Wit
: Oranje
YLW
: Geel
: Rood
(1)
schakelkast
te
verwijderen,
3.
3x
3
2
1
■
In het achterpaneel van de unit zijn 2 gaten voorzien om de
kabel van de digitale controller (kleinste gat) en de voedings-
kabel (grootste gat) in de unit te voeren. Raadpleeg
"4.2. Hoofdcomponenten" op pagina
Gebruik dubbel geïsoleerde kabels of plaats kabels buiten de
unit in een beschermbuis om te voorkomen dat de kabel wordt
beschadigd door wrijving tegen de onderkant van de unit.
■
Kies de voedingskabel overeenkomstig de desbetreffende lokale
en nationale voorschriften.
5.9.3.
Aansluiten van de voeding
Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen uitvoert.
1
Sluit met behulp van de geschikte kabel (zie hoger) het
voedingscircuit aan op de klemmen L en N van de hoofd-
schakelaar in de schakelkast.
LET OP
Om de draden makkelijk te kunnen aansluiten,
moet het achterste deel van de schakelaar
worden losgemaakt door de hefboom een
kwartdraai te draaien en dan het achterste deel
van de schakelaar te trekken.
2
Sluit de aardgeleider (geel/groen) aan op de aardschroef op de
montageplaat van de schakelkast.
zie
3
Bevestig de kabel met behulp van kabelbinders aan de
bevestigingspunten voor trekontlasting.
Opmerking: alleen de relevant lokale bedrading is hier afgebeeld.
5.10. Installatie van de digitale controller
De units zijn uitgerust met een digitale controller die een gebruikers-
vriendelijke instelling, gebruik en onderhoud van de unit mogelijk
maakt. Volgt de onderstaande installatieprocedure voordat u de
controller gebruikt.
Draadspecificaties
Draadspecificatie
Type
Doorsnede
Maximumlengte
De aansluitbedrading is niet meegeleverd.
LET OP
3.
Waarde
dubbeladerig
2
0,75–1,25 mm
500 m
Montagehandleiding
9