1
• Als u de zijregelaar op H instelt, kunt u met deze regelaar
sneller zoomen. Als u de zijregelaar op L instelt, kunt u
met deze regelaar trager zoomen.
• Wanneer de zoomregelaar en schakelaar aan de zijkant
gelijktijdig worden gebruikt, dan wordt de zoomrege-
laar geactiveerd.
2 Scherpstelvergrendeling
Gebruik scherpstelvergrendeling (P 38) om scherp te
stellen op onderwerpen die zich niet in het scherpstel-
frame bevinden.
Uitzoomknop
Door de uitzoomknop ingedrukt te houden kunt u van
ingezoomd naar uitgezoomd schakelen. Dit maakt het
eenvoudig om het uit het oog verloren onderwerp te-
rug te vinden tijdens het inzoomen.
20
Foto's maken in de modus M (Scèneherkenning)
De camera vasthouden
Houd de camera goed en met
beide handen vast en laat uw
ellebogen rusten in uw zij. Een
onvaste hand kan bewegings-
onscherpte veroorzaken.
Houd uw vingers en andere
voorwerpen uit de buurt van de
lens en de flitser om te voorko-
men dat de foto's onscherp of te
donker (onderbelicht) worden.
Onscherpe foto's vermijden
Als het onderwerp slecht belicht is, kan onscherpte, ver-
oorzaakt door camerabewegingen, worden verminderd
door middel van de optie L IS MODE in het instellingen-
menu (P 102). In de B-stand kunt u ook onscherpte ver-
oorzaakt door beweging van het onderwerp verminderen.
Let wel, bewegingsonscherpte is niet altijd te voorko-
men.