Bediening
4.1 Schakelaar voor het instellen
van het reliëfcontrast
Met de beide schakelaars (8.1 en 8.2) aan de lin-
kerzijde van de doorvallend-lichtbasis TL RC™/
TL RCI™ worden twee ingebouwde kleppen
bediend. De buitenste schakelaar (8.1) regelt het
negatieve reliëfcontrast, de binnenste schakelaar
(8.2) het positieve reliëfcontrast. Afhankelijk van
de stand van de kleppen wordt een deel van de
opening van de ingebouwde Fresnel-lenzen afge-
dekt, waardoor de verschillende contrasteffecten
ontstaan. Fasestructuren worden als typische
ruimtelijke, reliëfachtige beelden weergegeven –
met verhogingen als positief reliëfcontrast en met
verdiepingen als negatief reliëfcontrast.
Een contrastverhoging zonder reliëf kan worden
bereikt wanneer beide lichtschermen onder een
hoek van 45° worden ingesteld. Er ontstaat een
spleetvormige belichting. Door een lichte kante-
ling van de afbuigspiegel kan de spleet over het
complete gezichtsveld worden verschoven en kan
snel tussen positieve en negatieve reliëfweergave
worden gewisseld. Dankzij dit dynamische effect
kunnen fasestructuren eenvoudig van amplitude-
structuren worden onderscheiden.
Afhankelijk van de eigenschap van het
object (lichtbrekingsindex ten opzichte van de
omgeving) en de waarneming van de observator
kan het voorkomen dat de hierna beschreven scha-
kelaars voor het positieve en negatieve reliëfcon-
trast omgekeerd dienen te worden gebruikt.
D.w.z. dat in plaats van de bovenste schakelaar
(8.1) de onderste schakelaar (8.2) het negatieve
reliëfcontrast regelt. In plaats van de onderste
schakelaar (8.2) regelt de bovenste schakelaar
(8.1) het positieve reliëfcontrast.
4.2 Afbuigspiegel
De ingebouwde afbuigspiegel beschikt over een
vlakke en een bolronde kant en is draai- en ver-
12
schuifbaar. De bolronde kant werd speciaal ont-
worpen op de optische belangen van objectieven
met een hoge numerieke apertuur. Met de zwarte
draaiknop (8.1) aan de linkerkant van de doorval-
lend-lichtbasis kan de ingebouwde afbuigspiegel
worden gedraaid en naar voren/achter worden
verschoven.
De bolronde uitsparing bij de greep geeft de bol-
ronde kant van de spiegel aan en maakt zo altijd een
intuïtieve bediening zonder blikcontact mogelijk.
stand van de spiegel verandert de lichtinvalshoek
op het preparaatvlak, zodat van doorvallend licht-
helderveld via een schuine belichting naar don-
kerveldovereenkomstige belichting kan worden
overgeschakeld.
De zwarte draaiknop (8.1) aan de linkerzijde van
de doorvallend-lichtbasis dient voor het
– draaien van de afbuigspiegel van de vlakke
– een lichte kanteling om de lichtstraal steiler of
– verschuiven van de afbuigspiegel (naar
4.3 Bediening van de kruistafel IsoPro™
4.4 Lichtintensiteit en kleurtemperatuur
4.4.1 Doorvallend-lichtbasis TL RC™
zing en met name de veiligheidsvoorschriften van
de fabrikant van de lichtgeleider en koudlicht-
bron in acht.
Doorvallend-lichtbases TL RC™ en TL RCI™ – Bediening
Afhankelijk van de neigingshoek en de
naar de bolronde kant
vlakker door het objectvlak te geleiden
voren/naar achteren)
Voor de beweging van de tafel in X-richting
draait u de buitenste bedieningsknop (7.1)
Voor de beweging van de tafel in Y-richting
draait u de binnenste bedieningsring (7.2)
Neem de informatie in de gebruiksaanwij-
Sluit de koudlichtbron volgens de gebruiksaan-
wijzing van de fabrikant aan, schakel deze in en
regel deze.