3. Kopiëren
In dit hoofdstuk komen veelgebruikte kopieerfuncties en -handelingen aan bod. Raadpleeg de
handleiding Kopiëren / Document Server op de meegeleverde cd-rom voor informatie die niet in dit
hoofdstuk staat.
Basisprocedure
Als u kopieën van originelen wilt maken, plaatst u ze op de glasplaat of in de ADF.
Wanneer u een origineel op de glasplaat plaatst, moet u beginnen met de eerste pagina die u wilt
kopiëren. Wanneer u originelen in de ADF plaatst, moet u zorgen dat de eerste pagina bovenop ligt.
Voor meer informatie over het plaatsen van het origineel op de glasplaat, zie Pag. 52 "Originelen op
de glasplaat plaatsen".
Voor meer informatie over het plaatsen van het origineel in de ADF, zie Pag. 52 "Originelen in de
automatische documentinvoer leggen".
Als u op ander papier dan normaal papier wilt kopiëren, geeft u het gewicht van het papiertype dat u
gebruikt op in [Lade Papierinstellingen]. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding
Papierinstellingen.
1.
Druk op de [Home]-knop op het bedieningspaneel en druk daarna op het
[Kopieerapparaat]-pictogram op het scherm.
Als het [Kopieerapparaat]-pictogram niet verschijnt, drukt u op het pictogram
het scherm om naar het menuscherm te gaan.
2.
Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist.
Als er nog eerdere instellingen actief zijn, drukt u op de [Reset]-knop.
3.
Plaats de originelen.
4.
Geef de gewenste instellingen op.
5.
Voer het aantal kopieën in met de cijfertoetsen.
Het maximale aantal kopieën dat kan worden ingesteld is 9999.
CWW220
rechtsboven in
55