4
Afdrukmateriaal selecteren
en plaatsen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia voor uw apparaat
selecteert en plaatst.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
Originelen plaatsen
•
Afdrukmateriaal selecteren
•
Papier plaatsen
•
Papierformaat en -type instellen
Originelen plaatsen
U kunt de glasplaat gebruiken om een origineel te kopiëren of te scannen.
1
Open de scannerklep.
2
Plaats het origineel met de voorzijde naar beneden op de glasplaat
en leg het op één lijn met de centreergeleider in de linker bovenhoek
van de plaat.
3
Sluit de scannerklep. Zorg dat het document niet wordt verschoven.
Tip
• Laat de scannerklep tijdens het kopiëren niet open staan.
Hierdoor kan de kwaliteit van de kopie achteruitgaan en wordt
er mogelijk meer toner gebruikt.
• Stof op de glasplaat kan leiden tot zwarte vlekken op de afdruk.
Houd de glasplaat schoon.
• Als u een bladzijde uit een boek of tijdschrift kopieert, opent u
de scannerklep volledig tot de scharnieren tegen de aanslag
komen, plaatst u het origineel en sluit u de klep. Als het boek
of tijdschrift dikker is dan 30 mm, laat u de klep open tijdens
het kopiëren.
Afdrukmateriaal selecteren
U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, waaronder normaal
papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend
afdrukmaterialen die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding
vermelde richtlijnen. Als u afdrukmaterialen gebruikt die niet aan deze
richtlijnen voldoen, kan dit de volgende problemen veroorzaken:
• slechte afdrukkwaliteit
• vastlopen van het papier
• versnelde slijtage van het apparaat
De eigenschappen van het papier, zoals gewicht, samenstelling, vezel-
en vochtgehalte, zijn van grote invloed op de prestaties van het apparaat
en op de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van afdrukmateriaal rekening
met het volgende:
• Het type, formaat en gewicht van het afdrukmateriaal voor uw apparaat
worden verderop in deze sectie besproken.
• Gewenst resultaat: het afdrukmateriaal dat u kiest, moet geschikt zijn
voor het doel.
• Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en leveren
scherpere en helderdere afbeeldingen op.
• Gladheid van het oppervlak: de gladheid van het afdrukmateriaal
bepaalt hoe scherp de afdrukken eruit zien op papier.
Tip
• Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmaterialen voldoen aan
alle hier genoemde richtlijnen maar toch geen bevredigende
resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn van een verkeerde
behandeling, een te hoge of te lage temperatuur of vochtigheid,
of andere factoren waarover Xerox geen controle heeft.
• Controleer, voordat u grote hoeveelheden aanschaft, of
het afdrukmateriaal voldoet aan de vereisten die in deze
gebruikershandleiding staan vermeld.
Let op
Het gebruik van afdrukmaterialen die niet aan deze specificaties
voldoen, kan problemen veroorzaken die reparaties vereisen.
Dergelijke reparaties worden niet gedekt door de garantie of
servicecontracten van Xerox.
4.1
<Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen>