7
Elektronische toegangscontrole
Wanneer een onjuistePIN-code wordt inge-
voerd of wanneer de invoertijd van 8 secon-
den is verstreken:
– Druk nogmaals op de toets F1 (1).
– Voer de juiste PIN-code in.
OPMERKING
Telkens wanneer de machine met de toets
●
op het bedieningspaneel wordt ingescha-
keld, moet de PIN-code opnieuw worden in-
gevoerd.
Neem contact op met het geautoriseerde
●
servicecentrum als de machine niet met de
PIN-code kan worden ingeschakeld.
Fabrieksinstelling
De fabrieksinstelling voor deze PIN-code
is "11111".
PINCode wijzigen
Er kunnen maximaal vijf verschillende codes
worden gebruikt. De klant kan codes selecte-
ren tussen 10000 en 99999 en deze kunnen
vervolgens door het geautoriseerde service-
centrum in de regeleenheid worden gepro-
grammeerd.
Uitschakelen
– Om de machine uit te schakelen, houdt u
de knop op het bedieningspaneel ca. 2 se-
conden ingedrukt.
RFID-chip, RFID-kaart
Als een machine met dit systeem is uitgerust,
bevindt zich in de bestuurderscabine in de
buurt van het bedieningspaneel een kaartlezer
voor RFID-chips of RFID-kaarten. RFID-chips
en RFID-kaarten zijn inbegrepen in de om-
vang van de levering overeenkomstig de be-
stelling. Het geautoriseerde servicecentrum
programmeert het systeem echter pas op lo-
catie volgens de specificaties van de klant.
Toewijzing aan verschillende bestuurders is
mogelijk met behulp van de verschillendeR-
FID-chips of -kaarten.
Fabrieksinstelling
132
5231 804 2507 NL - 04/2020
Speciale uitrusting