^ U kunt nu instellen of de vergrende-
ling moet uitgeschakeld of ingescha-
keld zijn. Raak hiertoe de toets X of
Y aan:
0: vergrendeling is uitgeschakeld
1: vergrendeling is ingeschakeld
^ Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen.
De gekozen instelling wordt opgesla-
gen. Het symbool 0 knippert.
^ Raak de toets voor de instellingen
aan om de instelmodus te verlaten.
Doet u dat niet, dan haalt de elektro-
nische besturing na ca. één minuut
het toestel automatisch uit de
instelmodus.
Wanneer de vergrendeling ingescha-
keld is, brandt 0 op het display.
Andere instellingen wijzigen
27