Gebruik van de knoppen
Er kunnen verschillende functies aan de twee knoppen worden toegewezen. Onder de toewijsbare
functies vallen het wijzigen van tonen, aanpassen van effecten of regelen van het volume van
specifieke gedeelten. Door aan de knoppen te draaien kunnen de parameterwaarden van de
toegewezen functies tijdens het spelen in real-time worden veranderd.
Gebruik van de knoppen om de parameters te veranderen
Bij de oorspronkelijke standaardinstellingen zijn de functies die de frequentiekarakteristieken van het
uitvoeringsgeluid wijzigen als volgt aan de knoppen toegewezen: K1 knop: Cutoff Freq., K2 knop:
Resonance. De onderstaande bedieningsprocedure toont een voorbeeld van hoe de knoppen bij de
oorspronkelijke standaardinstellingen kunnen worden gebruikt.
1.
Draai aan de K1 knop.
De functienaam "CUTOFF FREQ." die momenteel aan de K1 knop is toegewezen wordt even
getoond. De parameterwaarde verandert overeenkomstig de stand van de K1 knop.
2.
Draai aan de K2 knop.
De functienaam "RESONANCE" die momenteel aan de K2 knop is toegewezen wordt even
getoond. De parameterwaarde verandert overeenkomstig de stand van de K2 knop.
Veranderen van het geluid tijdens een uitvoering
NL-72