■ Opname-instellingen voor de MIDI-recorder
Een MIDI-recordermelodie heeft twee opnamesporen (een systeemspoor en een solospoor) en u kunt
kiezen op welk spoor moet worden opgenomen. Er kan ook een telling vooraf worden ingesteld om aan
te geven wanneer de opname begint.
1.
Voer de bediening uit beschreven in de stappen 1 t/m 4 van
MIDI-recorder" (pagina NL-113).
De 0REC toets gaat rood knipperen en de Digitale Piano komt in de paraatstand voor opnemen
te staan.
2.
Houd de 0REC toets ingedrukt.
Het "RECORD SETTING" scherm verschijnt (de opname-paraatstand blijft gehandhaafd).
3.
Tik boven of onder op de aanraakring om de instelling te selecteren die u wilt
veranderen.
• De onderstaande tabel toont de instelitems en de waarden die u voor elk item kunt selecteren.
Instelitem
Rec Track
Precount
4.
Verander de instelling van het geselecteerde item.
• Beweeg met uw vinger over aanraakring om de instelling te veranderen.
5.
Herhaal de stappen 3 en 4 naar vereist.
6.
Hervat de bediening vanaf stap 5 van
NL-113) om de opname te starten met de gewijzigde instellingen.
• Tik de 0REC toets aan als u de opname nu wilt stoppen. De 0REC toets zal weer wit gaan
oplichten.
System: Opnemen op het systeemspoor.
Solo: Opnemen op het solospoor.
Zie
"Items die bij het opnemen van een MIDI-recordermelodie op de sporen
worden
opgenomen" (pagina NL-120) voor wat er op elk spoor wordt
opgenomen.
Stelt de telling in die klinkt voordat de opname begint.
Off: Er wordt niet vooraf geteld.
1 Measure: Telling vooraf voor één maat
2 Measures: Telling vooraf voor twee maten
Instelwaarden en beschrijving
"Opnemen met de
NL-116
Opnemen van uitvoeringen
"Opnemen met de
MIDI-recorder" (pagina