6.
Gebruik de aanraakring om de module te selecteren (uit "M1" t/m "M3") waarvan
u de instellingen wilt veranderen en tik dan op de ENTER toets.
Er wordt een lijst met parameters weergegeven voor het effect in de geselecteerde module.
• "Bypass" is gemeenschappelijk voor alle modules. Zet op "On" als u het effect in de nu
weergegeven module niet wilt gebruiken.
7.
Verander de parameterinstellingen.
(1) Tik boven of onder op de aanraakring om de parameter te selecteren die u wilt veranderen.
(2) Gebruik de aanraakring om de waarde van de geselecteerde parameter te veranderen.
Zie
"Parameterlijst van
(3) Herhaal de stappen (1) en (2) naar vereist.
(4) Tik op de EXIT toets om terug te keren naar het "MIC FX" scherm.
8.
Indien nodig, verandert u de parameters in de andere modules op dezelfde
manier door de stappen 6 en 7 te volgen.
9.
Nadat alle gewenste instellingen zijn gemaakt, houdt u de EXIT toets ingedrukt
om terug te keren naar het beginscherm.
10.
Wilt u de gewijzigde instellingen opslaan, volg dan de bedieningsaanwijzingen
beschreven in
(pagina NL-87) om dit te doen.
module-effecten" (pagina NL-226) voor de parameters en de waarden.
"Opslaan van een basisinstelling in het
NL-64
Toepassen van effecten
registratiegeheugen"