3 Systeem met systeemthermostaat (0020212727)
3.2
Installatie voorbereiden
→ Installatie- en onderhoudshandleiding uniTOWER plus, vanaf hoofdstuk 4.1
→ Installatie- en onderhoudshandleiding aroTHERM plus, vanaf hoofdstuk 4.1
→ Montagehandleiding toebehoren
Stap
1
Gebouw
► Wanddoorvoer maken
2
Opstellingsplaats buitenunit, binnenunit
► Opstellingsplaats vastleggen
3
Buiteneenheid
Voorwaarde: afhankelijk van montagetype/-
voorwaarde
► Strookfunderingen maken
► Wandhouder monteren
► Voor overig toebehoren zorgen en monteren
► Product opstellen/monteren
4
Buiteneenheid
► Condensafvoerleiding monteren
5
Binneneenheid
► Product opstellen
Voorwaarde: optionele toebehoren
► Aansluitset (hydraulisch systeem) monteren
3.3
CV- en warmwatercircuit installeren
→ Installatie- en onderhoudshandleiding uniTOWER plus, vanaf hoofdstuk 5.1
→ Montagehandleiding toebehoren
Stap
6
Binneneenheid
► Koud- en warmwateraansluiting installeren
► CV-circuitaansluitingen installeren
► Afgiftecircuitaansluitingen installeren
7
CV circuit
► Buffervat aansluiten
► Overstortklep aansluiten
8
Geselecteerde aanwijzingen/maatregelen
► Neem de specifieke voorwaarden m.b.t. de opstellingsplaats en het montage-
type in acht.
Belangrijke planningsafmetingen:
–
Maximaal hoogteverschil tussen buiten- en binnenunit: 15 m
–
Restopvoerhoogte van de afgiftepomp en drukverlies van de verbindingslei-
ding + binnenunit + vloerverwarming
–
Minimumafstanden en vrije montageruimtes:
→ Installatie- en onderhoudshandleiding aroTHERM plus, vanaf hoofd-
stuk 5.4
→ Installatie- en onderhoudshandleiding uniTOWER plus, vanaf hoofd-
stuk 4.5
Geldigheid: buitenunit VWL 105/6 A S2, VWL 125/6 A S2
► Gebruik indien nodig de meegeleverde transportriemen.
Voorwaarde: maken van de strookfunderingen
► Zorg ervoor dat de condensafvoer in het midden boven de afvoerpijp kan
worden gepositioneerd.
► Zorg ervoor dat de condens niet op trottoirs terechtkomt (ijsvorming).
► Verdeel indien nodig de binnenunit in twee modules.
► Verwijder na de opstelling de draaglussen en voer deze af.
Geselecteerde aanwijzingen/maatregelen
► Neem de aansluitingssymbolen in acht.
► Installeer bij een direct CV-circuit altijd een bypassventiel.
► Gebruik voor het drogen van de afwerkvloer altijd het afwerkvloerdrogingspro-
gramma met geactiveerde elektrische hulpverwarming.
Voor het ontdooien van de buitenunit is een bepaalde hoeveelheid circulerende
CV-water nodig. Bij radiatoren moet een groter CV-watervolume worden ge-
bruikt.
Minimale circulatiewaterhoeveelheid bij geactiveerde hulpverwarming, CV-
watertemperatuur >25 °C
–
VWL 35/6 en VWL 55/6: 15 liter
–
VWL 65/6 en VWL 75/6: 20 liter
–
VWL 105/6 en VWL 125/6: 45 liter
Minimale circulatiewaterhoeveelheid bij gedeactiveerde hulpverwarming, CV-
watertemperatuur >15 °C
–
VWL 35/6 en VWL 55/6: 40 liter
–
VWL 65/6 en VWL 75/6: 55 liter
–
VWL 105/6 en VWL 125/6: 150 liter
► Evt. voordruk van het interne expansievat aanpassen.
Systeemassistent 0020292269_00