4 Systeem met systeemthermostaat en systeemscheiding...
4.9
Instellingen aan de thermostaat van de binnenunit uitvoeren
Uitleg bedieningselementen en concept: → gebruiksaanwijzing uniTOWER plus, vanaf hoofdstuk 3.4
Instelmogelijkheden in het installateurniveau: → installatie- en onderhoudshandleiding uniTOWER plus, bijlage F
Menupad/-ingang
− Zodra de binnenunit van stroom wordt voorzien, start de thermostaat van de binnenunit in de installatieassistent. −
4
Om de installatie assistend te starten druk
OK
5
Taal
6
Systeemtherm. aanw.?
7
Vermogensgr. verw.u
8
Koelingstechnologie
9
Stroombegr. compr.
10
Multifunctionele uitgang Relais
11
Tussenwarmtewisselaar aanwezig
12
Test program: ontluchten afgiftesysteem
13
Kontakt data: Telf.
14
Sluit de installatie assistend
Menu → Installateurniveau → Storingslijst →
15
− Alle weergegeven fouten werden verholpen. De aanpassing van de CV-installatie vindt plaats. -
Menu → Installateurniveau → Toestel confi-
16
guratie
17
Modus WW
18
Opmerking
Voorwaarde: installatieassistent niet gestart
1.
Druk tweemaal tegelijkertijd op
Voer de installateurcode 17 in.
2.
Navigeer naar Start instal. ass..
3.
Druk op OK.
4.
► Stel de gewenste taal in.
► Ja
► Verlaag het vermogen van de hulpverwarming indien nodig.
Voorwaarde: product met koelbedrijf
► Actieve koeling
Voorwaarde: gereduceerde elektrische beveiliging
► Verlaag de stroomtoevoer overeenkomstig.
–
Vermogensgrootte 5 - 7 kW: 13 -16 A
–
Vermogensgrootte 12 kW: 20 -25 A
De reductie werkt zich tegelijk op het vermogen voor verwarming en warm wa-
ter uit.
► Stel de aangesloten component in.
► Ja
► Ja, duur: 60 minuten
► Voer uw telefoonnummer in:
–
/
–
/
► Ja
− De noodzakelijke systeeminstellingen werden uitgevoerd. −
► Controleer het systeem op fouten.
Voorwaarde: fout voorhanden
► Verhelpen van fouten: → Installatie- en onderhoudshandleiding uniTOWER
plus, vanaf hoofdstuk 10.3
► Voer eventueel relevante sensor-/actortests uit: Menu → Installateurniveau
→ Testmenu → sensor/werking test →
► Configureer het systeem volgens de wensen van de gebruiker.
ECO.: maximaal efficiënte regeling van het compressorvermogen (langere boi-
lerlaadtijd).
Normaal: gestabiliseerde regeling (korte boilerlaadtijd/maximale compressorver-
mogen).
Balance: snelle oplading bij afgekoelde boiler in combinatie met efficiënte nala-
ding door regeling van het compressortoerental.
en
: getallen van 0 tot 9 en spatie invoegen
: naar volgende/voorgaande positie navigeren
.
Systeemassistent 0020292269_00