2
Veiligheid
2.4
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
Gevarenzone wegslingerende voorwerpen
Oogstgoed en vreemde voorwerpen kunnen met grote kracht worden weggeslingerd en
personen verwonden of doden.
Vóór het starten van de machine alle personen uit de gevarenzone van de machine
wegsturen.
Wanneer zich personen in de gevarenzone van de machine bevinden, de aandrijvingen en
dieselmotor onmiddellijk uitschakelen.
Gevarenzone bij ingeschakelde aandrijving
Bij ingeschakelde aandrijving bestaat er levensgevaar door bewegende machinedelen. Er
mogen zich geen personen in de gevarenzone van de machine ophouden.
Vóór het starten van de machine alle personen uit de gevarenzone van de machine
wegsturen.
Wanneer er een gevaarlijke situatie ontstaat, de aandrijvingen onmiddellijk uitschakelen en
personen uit de gevarenzone sturen.
Gevarenzone door nalopende machinedelen
Wanneer machinedelen nalopen, kunnen personen ernstig gewond raken of gedood worden.
Na het uit schakelen van de aandrijvingen, lopen de volgende machinedelen na:
•
Tussenassen of snelkoppeling
•
Collector
•
Draaitorens
•
Sikkelvormige schijven
De machine pas benaderen wanneer alle machinedelen volledig tot stilstand zijn gekomen.
2.4.11
Veiligheidsinrichtingen in goed werkende staat houden
Wanneer veiligheidsinrichtingen ontbreken of beschadigd zijn, kunnen bewegende
machinedelen personen ernstig verwonden of doden.
Beschadigde veiligheidsinrichtingen vervangen.
Gedemonteerde veiligheidsinrichtingen en machinedelen vóór de inbedrijfstelling weer
monteren en in de beschermende stand zetten.
Bij twijfel of alle veiligheidsinrichtingen correct zijn gemonteerd en deugdelijk werken, een
vakgarage een controle laten uitvoeren.
2.4.12
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is een belangrijke veiligheidsmaatregel.
Ontbrekende of ongeschikte persoonlijke beschermingsmiddelen verhogen het risico van
gezondheidsschade en letsel van personen.
18
XCollect 750-3
Originele handleiding 150001361_00_nl