Bijlage
Functie
Vaste-waarde-circuit/vaste
waarde-regeling
Vorstbeveiligingsvertraging /
CV-vorstbeveiliging
CV-circuit configureren
CV-ketel aan
Stooklijn
Ketelvolgorde-omkeer
(alleen voor cascades)
Ketelschakelhysterese
42
Betekenis / Uitleg
Deze functie is nodig voor speciale toepassingen als luchtgordijnen, ventilators e.d. Bij deze regeling
wordt geregeld naar een vaste aanvoertemperatuur, onafhankelijk van de gewenste kamertemperatuur
en buitentemperatuur. Hiervoor zijn er de volgende parameters:
Vaste dagtemp.:
Vaste nachttemp.:
Bij dit regelingstype kunnen alle bedrijfsfuncties worden ingesteld. Precies zo werkt de behoefte-
afhankelijke CV-uitschakeling.
De functie CV-vorstbeveiliging waarborgt in de bedrijfsfuncties „Uit", „Eco-uit" de vorstbeveiliging in
de installatie en geldt voor alle aangesloten CV-circuits.
Om te vermijden dat de installatie bevriest, wordt de gewenste kamertemperatuur ingesteld op de
ingestelde gewenste verlagingswaarde en de CV-pomp inschakeld, wanneer de buitentemperatuur
beneden een waarde van 3 °C komt. De vorstbeveiligingsfunctie kan worden onderdrukt door instellen
van een vertragingstijd voor een bepaalde tijdsinterval (instelbereik 0 - 12 h).
Komt de buitentemperatuur boven 4 °C, dan wordt de vorstbeveiliging weer verlaten. Komt de
buitentemperatuur opnieuw beneden 3 °C, dan wordt de vertragingstijd opnieuw gestart. Verder wordt
de vorstbeveiliging onafhankelijk van de gemeten buitentemperatuur geactiveerd, wanneer bij een
aangesloten afstandsbediening wordt vastgesteld dat de gemeten kamertemperatuur lager is dan de
ingestelde verlagingstemperatuur.
In het display C10 kunt u alle aangesloten CV-circuits overeenkomstig hun gebruik configureren. Door
de configuratie worden in de displays alleen nog de waarden en parameters weergegeven die van
belang zijn voor het gekozen type CV-circuit. De volgende instellingen zijn mogelijk: Mengcircuit (vloer-
of radiatorcircuit als mengcircuit), Vaste waarde (d.w.z. het mengcircuit wordt geregeld naar een vaste
waarde), Retourverhoging (bij conventionele warmtebronnen en installaties met grote waterinhoud ter
bescherming tegen corrosie in de CV-ketel door langdurige onderschrijding van het dauwpunt),
Boilerlaadcircuit en „Uitgeschakeld" (wanneer bij een mengmodule VR 60 het tweede CV-circuit niet
nodig is, ter onderdrukking van de parameters).
Met deze parameter wordt vastgelegd op welke klemmen het CV-ketel wordt aangesloten. Is een
modulerend CV-ketel aangesloten, dan kan de modulerende regeling (interface 789) worden gekozen.
Is een schakelende ketel (1- of 2-traps) aanwezig, dan moet de interface Trap 1-2 worden gekozen.
De stooklijn geeft de verhouding tussen buitentemperatuur en gewenste aanvoertemperatuur weer. De
instelling geschiedt voor elk CV-circuit apart.
Doel van de ketelvolgorde-omkeer is een gelijkmatige werkduur van alle aangesloten warmtebronnen.
Hiervoor zijn er de volgende twee inschakelpatronen:
a) 1-2-3-4-5-6
b) 6-5-4-3-2-1
Een wissel van de ketelvolgorde wordt uitgevoerd, wanneer:
1. ketelvolgorde-omkeer in het menu vrijgegeven en
2. ketelvolgorde-omkeer hydraulisch mogelijk en
3. verschil in de aansturingsduur tussen eerste en laatste ketel
groter dan omkeer-wisselduur (100 uur, vaste waarde) is.
Opmerkingen:
- Bij hydraulische schema's met scheidingsschakeling is geen ketelvolgorde-omkeer mogelijk.
- Bij verschillende types warmtebronnen is ketelvolgorde-omkeer niet zinvol.
Basisinstelling: geen ketelvolgorde-omkeer; inschakelvolgorde a).
Bij het in cascade schakelen van warmtebronnen alsmede bij 2-traps ketels is een
ketelschakelhysterese nodig, om de warmtebronnen of de trappen van de ketel uit of in te schakelen.
De thermostaat maakt een individuele instelling van de noodzakelijke schakelhysterese mogelijk.
Daarbij zijn de volgende criteria vastgelegd waarbij in- en uitgeschakeld wordt:
- inschakeltemperatuur 1/3 van de hysterese beneden gewenste installatiewaarde,
- uitschakeltemperatuur 2/3 van de hysterese boven gewenste installatiewaarde,
De schakelhysterese is asymmetrisch, zodat bij hogere buitentemperaturen = lage gewenste
aanvoertemperatuur het CV-ketel ook de mogelijkheid heeft in te schakelen (vooral bij vlakke
stooklijnen).
- Parameter schakelhysterese:
5 ... 90 °C, basisinstelling 65 °C
5 ... 90 °C, basisinstelling 65 °C
-4 ... 12 K; basiswaarde 8 K
Bedienings- en installatiehandleiding calorMATIC 630