Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meerdere Cv-Ketels (Cascade) Aansluiten; Modulerende Warmtebronnen; 1- En 2-Traps Warmtebronnen - Vaillant calorMATIC 630 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor calorMATIC 630:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.5

Meerdere CV-ketels (cascade) aansluiten

Het regelsysteem maakt het mogelijk maximaal 6 CV-
ketels binnen een systeem in cascade aan te sluiten.
4.5.1

Modulerende warmtebronnen

Bij aansluiting van 3 CV-ketels en meer is het gebruik
van modulerende buskoppelingen VR 30 nodig.
Een cascade van 2 moet direct op de muuropbouw
worden aangesloten (afb. 4.10).
Afb. 4.19 Cascade van twee CV-ketels aansluiten
Wanneer meer dan 2 CV-ketels in cascade moeten
worden geschakeld, dan is voor elk CV-ketel een
modulerende buskoppeling (toebehoren) nodig. De
buskoppeling wordt direct in het CV-ketel gemonteerd
overeenkomstig afb. 4.11 en de bij de buskoppeling
meegeleverde handleiding.
Afb. 4.20 Cascade van meer dan twee CV-ketels aansluiten
Bedienings- en installatiehandleiding calorMATIC 630
Elektrische installatie 4

4.5.2 1- en 2-traps warmtebronnen

Bij de aansluiting van meer dan één 1- of 2-traps
warmtebronnen moeten schakelende buskoppelingen
VR 31 worden gebruikt. Daarbij is voor elk aan te sluiten
toestel een buskoppeling nodig.
De buskoppeling wordt gewoonlijk in de ketelschakelunit
gemonteerd. Is dat niet mogelijk, installeer dan een op
de montageplaats beschikbaar te stellen muuropbouw
waarin u de buskoppeling kunt monteren.
5
Ingebruikname
Bij de ingebruikname moet erop worden gelet, dat de
thermostaat op de eerste plaats een automatische
systeemconfiguratie uitvoert. Hierbij worden alle
aangesloten installatiecomponenten en warmtebronnen
aangesproken en herkend. Naargelang aangesloten
installatiecomponenten kan deze procedure zo'n 15
minuten in beslag nemen.
Let op!
a
Om de systeemconfiguratie correct te laten
verlopen, moet u eerst de warmteopwekker(s)
en alle systeemcomponenten (bv. mengmodules
VR 60) in werking stellen, alvorens u de
calorMATIC 630 inschakelt.
h
Aanwijzing!
(geldt niet in combinatie met atmoVIT,
atmoCRAFT, iroVIT, ecoVIT)
Bij CV-ketels met ingebouwde pomp moet de
pompnaloop altijd op de maximumwaarde
worden gezet. Stel hiervoor het diagnosepunt
d.1 op het CV-ketel in op „–".
Aanwijzing!
(geldt niet in combinatie met atmoVIT,
atmoCRAFT, iroVIT, ecoVIT)
Is er sprake van een cascade-installatie, dan
moet bovendien de volgende instelling bij alle
aangesloten CV-installaties worden uitgevoerd:
- De maximale branderwachttijd (diagnosepunt
d.2 bij de CV-ketels) moet worden ingesteld op
5 min.
- Als diagnosepunt d.14 aanwezig is (afhankelijk
van de CV-ketelvariant), moet de in de fabriek
ingestelde pompkarakteristiek „d.14 =0" (0 =
AUTO) worden veranderd.
Kies een ongeregelde pompkarakteristiek die
overeenkomt met de CV-installatie.
De automatische systeemconfiguratie geschiedt ook na
uit- en weer inschakelen van de installatie, zodra
spanning aanligt.
Hierbij springt de displayweergave automatisch naar het
configuratiemenu. Hier kunt u de verdere configuraties,
zoals het instellen van de CV-circuits, uitvoeren. Als u
binnen 5 minuten geen instellingen doet, springt het
display terug naar de basisweergave.
Ingebruikname 5
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave