Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Vaillant calorMATIC 630 Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails Zie ook voor calorMATIC 630:

Advertenties

Busmodulair regelsysteem calorMATIC 630
3 Systeemoverzicht
3.1 Basisregeling
Het modulaire bussysteem is gebaseerd op de beschikbare regelingen
VRC 410s / VRC 420s wat design en bedieningscomfort betreft.
Het gamma omvat daarbij oplossingen voor
de meercircuitregeling calorMATIC 630
Basisregeling calorMATIC 630
De basisregeling is een 3-circuitregeling. Twee mengcircuits, een
direct cv-circuit, een warmwaterboiler en de
aansturing van een warmwatercirculatiepomp. De regeling
maakt de directe aansluiting van twee modulerende verwarmings-
toestellen (klem 7-8-9) of van een tweetrapsgeschakelde
ketel (potentiaalvrije contacten trap 1 en trap 2) mogelijk.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Vaillant calorMATIC 630

  • Pagina 1 Busmodulair regelsysteem calorMATIC 630 3 Systeemoverzicht 3.1 Basisregeling Het modulaire bussysteem is gebaseerd op de beschikbare regelingen VRC 410s / VRC 420s wat design en bedieningscomfort betreft. Het gamma omvat daarbij oplossingen voor de meercircuitregeling calorMATIC 630 Basisregeling calorMATIC 630 De basisregeling is een 3-circuitregeling.
  • Pagina 2: Systeemcomponenten

    Via eBUS uitbreidbaar met 12 bijkomende mengcircuits (d.w.z. 6 VR 60-modules) die ook als warmwatercircuits, vaste waarde-circuits of voor de retourverhoging kunnen worden gebruikt. Uitbreiding tot 6 verwarmingstoestellen/ketels. Per verwarmingstoestel is een BUS-koppeling nodig. Opmerking: 1. Bij modulerende verwarmingstoestellen is vanaf een 3-voudige cascade voor elk verwarmingstoestel een modulerende buskoppeling vereist.
  • Pagina 3: Afzonderlijke Componenten

    Modulerende buskoppeling Schakelende buskoppeling 3.3 Levering/verpakking Regelingsset Aantal Constructieonderdeel Regeltoestel calorMATIC 630 met wandmontage Standaardvoeler VR 10 (als aanvoer- en dompelvoeler inzetbaar) 230 V aansluitingsleiding 3 m lang Buitenvoeler met geïntegreerde DCF-ontvanger Verbindingsleiding 7-8-9, 3 m lang 3.4 Afzonderlijke componenten...
  • Pagina 4 3.6 Systeemopbouw calorMATIC 630 3.6.1 Mengmodule VR 60 Per mengmodule kan de cv-installatie worden uitgebreid met 2 bijkomende mengcircuits. Deze cv-circuits kunnen ook als warmwatercircuits, retourverhoging of vaste waarde-circuits worden gebruikt. Er kunnen maximaal 6 mengmodules VR 60 worden gebruikt.
  • Pagina 5 Buskoppeling VR 31 3.1.1.1 Buskoppeling VR 30 De modulerende buskoppeling VR 30 maakt de communicatie van de calorMATIC 630 met JV- warmtebronnen via klem 7-8-9 mogelijk. Er zijn maximaal 6 VR 30-koppelingen aansluitbaar. De buskoppeling wordt direct in de schakelkast van het verwarmingstoestel ingebouwd. Er kunnen cascades van 3 tot 6 modulerende warmtebronnen worden opgebouwd.
  • Pagina 6: Afstandsbediening

    Op het systeem kan voor elk aangesloten cv-circuit een eigen afstandsbediening worden geïnstalleerd. De afstandsbediening is digitaal, heeft een ingebouwde uitschakelbare ruimtevoeler en communiceert via de eBUS met de calorMATIC 630 of met de mengcircuitmodule. Opmerking: Niet meer dan 8 afstandsbedieningen zijn op het systeem aansluitbaar, 3 cv-circuits op de regeling, 5 cv- circuits via mengmodule;...
  • Pagina 7: Functiebeschrijving

    4 Functiebeschrijving 4.1 Bediening Alle instellingen die in het systeem vereist zijn, worden op de calorMATIC 630 doorgevoerd. De basisregeling is met een grafische display uitgerust. Voor de bediening worden gewone tekstmeldingen gebruikt. De totale programmering van het regelsysteem gebeurt via twee instellers.
  • Pagina 8 Basismelding De basismelding geeft naast de datum, het uur, de buitentemperatuur, en bij aangesloten afstandsbediening met ruimtevoeler (toebehoren), de kamertemperatuur, de actieve bedrijfsmodus en de aan het cv-circuit toegekende kamertemperatuur weer. Voor alle cv-circuits staan de bedrijfsmodi “Verwarmen, Verlagen, Auto, Eco en Uit” ter beschikking. Auto Alterneert volgens het opgegeven tijdprogramma tussen de bedrijfsmodi Verwarmen en Verlagen.
  • Pagina 9 Voor aangesloten warmwaterboilers en het circulatiecircuit staan de bedrijfsmodi “Auto, Aan en Uit” ter beschikking: Auto De boilerverwarming of de vrijgave voor de circulatiepomp wordt volgens het opgegeven tijdprogramma uitgevoerd. De boilerverwarming is permanent vrijgegeven, d.w.z. dat de boiler indien nodig onmiddellijk wordt verwarmd.
  • Pagina 10 HK 1 Tijdprogramma’s > Ma - Vrij 1 08:00 - 14:00 2 16:00 - 22:00 > Weekdag / Blok kiezen In de display “Tijdprogramma“ worden de verwarmingstijden per cv-circuit ingesteld. Per dag of blok kunnen tot drie verwarmingstijden worden ingesteld. De regeling gebeurt op de ingestelde stookcurve en de ingestelde kamertemperatuur.
  • Pagina 11 Na afloop van de vakantieperiode keert de regeling automatisch terug naar de voordien gekozen bedrijfsmodus. Bij de instelling via de calorMATIC 630 wordt ook het met de afstandsbediening aangestuurde cv-circuit ingesteld. De activering van het vakantieprogramma is enkel in de bedrijfsmodi Auto en Eco mogelijk.
  • Pagina 12 Start bij gesloten contact, einde bij geopend contact. Het signaal voor de boilerverwarming kan door de calorMATIC 630 op twee verschillende manieren aan de ketel worden doorgegeven. Klem C1/C2: Voor de boilerverwarming altijd gesloten, nodig voor wandverwarmingstoestellen die een warmtevraag krijgen voor de boilerverwarming met C1/C2-stekkers (bijv.
  • Pagina 13 Tekst Namen Veranderen HK 1 > Pachner MK 1 Lützow MK 2 Sucker MK 3: > kiezen Aan elk cv-circuit kan een naam worden toegekend. Daartoe staan per cv-circuit max. 10 letters ter beschikking. De gekozen aanduidingen worden automatisch overgenomen en in de respectieve displaymeldingen weergegeven.
  • Pagina 14 5 s op de regeling de fabrieksinstelling worden teruggezet. Opgelet: noteer vooraf de specifieke parameters van de installatie. Wordt de calorMATIC 630 via de vrnetDIALOG ingesteld, dan is de toegang tot het gecodeerde niveau zonder invoer van de code mogelijk.
  • Pagina 15 De keuze van de speciale functies is mogelijk vanuit de basismelding. Om een van de functies te activeren, moet ze enkel worden geselecteerd. De volgende speciale functies kunnen door de eindgebruiker worden gekozen: • Spaarfunctie: 1 x op insteller drukken Regelen van de aanvoertemperatuur op verlagingstemperatuur tot de ingestelde tijd (via de insteller).
  • Pagina 16 Met de activering van de schoorsteenvegermodus wordt de eerste ketel ingeschakeld (alle andere worden uitgeschakeld). Via de calorMATIC 630 worden na elkaar alle volgende ketels voor de meting afzonderlijk handmatig ingeschakeld (telkens met ingesteld vermogen, bij 2-trapsketels worden beide trappen geactiveerd).
  • Pagina 17 Parameters brandercircuit HK 1 Parameters Instelbereik Fabrieksinstelling Type: Brandercircuit 5°C – 30 °C 15°C Verlagingstemperatuur >15°C 0,2 - 4 Stookcurve 0,90 5°C – 50 °C 22°C uitschakelgrens 20°C 15°C – 90 °C 15°C Minimumtemperatuur 15°C 15°C – 90 °C 90°C Maximumtemperatuur 75°C 0 u –...
  • Pagina 18 Uitschakelgrens buitentemperatuur Deze functie blokkeert het respectieve cv-circuit zodra de buitentemperatuur hoger is dan de uitschakelgrens van de buitentemperatuur (automatische zomeruitschakeling). Daarbij wordt de respectieve cv-pomp uitgeschakeld, het mengcircuit geactiveerd en de aanvoertemperatuur van dit circuit op 0 gezet. Daalt de verlagingstemperatuur onder de uitschakelgrens – 1K, dan wordt het cv-circuit weer vrijgegeven. De uitschakelgrens is voor elk cv-circuit afzonderlijk instelbaar.
  • Pagina 19 Binnencompensatie Het gebruik van de kamervoeler in de afstandsbedieningen of in de calorMATIC 630 is voor elk cv-circuit in te stellen:wel of geen compensatie De binnencompensatie zorgt ervoor dat bij de aanvoertemperatuurberekening rekening wordt gehouden met de actuele kamertemperatuur in een referentiekamer. Bij geactiveerde functie wordt de kamervoeler van de toegewezen afstandsbediening gebruikt.
  • Pagina 20 Parameters mengcircuit HK 2- max HK 15 Parameters Type: Instelbereik Fabrieksinstelling Mengcircuit Verlagingstemperatuur >15°C 5°C – 30 °C 15°C Stookcurve 0,90 0,2 - 4 Uitschakelgrens Verlagingstemperatuur 20°C 5°C – 50 °C 22°C Pompblokkeertijd 0 min 0 – 30 min 0 min Minimumtemperatuur 15°C 15°C –...
  • Pagina 21 Aansturing van de mengcircuits De regeling van de mengcircuits wordt door de volgende algemene voorwaarden bepaald. Waarde Beschrijving …NUL ± 0,5 K In het “nulbereik”, ± 0,5 K, wordt het mengcircuit niet aangestuurd (ED = 0%). Leidt tot de verlaging van de looptijden en bijgevolg tot energiebesparing en beperking van de slijtage van het mengcircuit tDuur...
  • Pagina 22 Informatie boilerlading Enkel melding HK 2- max HK 15 Informatie Type: boilercircuit GEWENSTE boilertemp. 56°C Laadpompstatus Enkel melding Warm water Informatie ACTUELE boilertemp. 56°C Laadpompstatus Circulatiepomp Parameters boilercircuit Boilercircuit Instelbereik Fabrieksinstelling Parameters 3 – 9 minuten 3 minuten Laadpompnaloop 3 Min Uit / Aan Bescherming tegen legionella Uit / Aan...
  • Pagina 23 Bescherming tegen legionella Bij geactiveerde functie worden één keer per week (woensdag, 1 uur vóór het begin van de eerste verwarmingsperiode van de boilerlaadvrijgave) de boiler en de aangesloten warmwaterleidingen op een temperatuur van 70°C gebracht. Hiertoe wordt de boilertemperatuur tot 68/70°C (2K-hysterese) verhoogd en de circulatiepomp ingeschakeld.
  • Pagina 24 Parameters volledige systeem Volledige systeem Instelbereik Fabrieksinstelling Parameters 15 – 120 minuten 15 minuten 15 min Max. uitschakeltijd 0 – 12 u Vorstbeveiligingsvertraging >12 u 0 – 15 K Temperatuurverhoging > vertragingsduur instellen Maximale tijd keteluitschakeling voor nachtverlaging Voor de besparing van verwarmingsenergie wordt vóór het begin van de verlagingsfase van het laatste actieve cv-circuit geen warmtevraag meer aan het cv-toestel gedaan.
  • Pagina 25 Temperatuurverhoging De functie temperatuurverhoging biedt de volgende voordelen: a) Compensatie van warmteverliezen op weg van de warmtebron naar de installatie en bij systeemscheiding. b) Sneller bereiken van de aanvoertemperatuur bij mengcircuits met vaste bijmenging bij verwarming ’s morgens. (de mengtemperatuur kan niet worden bereikt omdat de vaste bijmenging de mengcircuittemperatuur te sterk verlaagt) c) Om voor het mengcircuit een stabielere regeling mogelijk te maken (opdat enkel in uitzonderlijke gevallen de “open“-aanslag wordt in werking gesteld).
  • Pagina 26 Minimumtemperatuur ketel De minimumtemperatuur van de ketel dient tot de bescherming van de ketel tegen bijv. corrosie wanneer de ketel door hoge watervolumes continu in het condensatiebereik wordt aangedreven. Startvermogen boiler Doel van deze functie is een snelle beschikbaarstelling van het boilerlaadvermogen. Daarvoor kan het aantal keteltrappen of warmtebronnen worden vastgelegd waarmee de boilerverwarming wordt gestart.
  • Pagina 27 Ketelvolgordeomkeer Doel van de ketelvolgordeomkeer is een gelijkmatige gebruiksduur van alle ketels. Daarvoor zijn er twee inschakelmodellen: a) 1-2-3-4-5-6-7-8 b) 8-7-6-5-4-3-2-1 Een wissel van de ketelvolgorde wordt uitgevoerd wanneer: a) De ketelvolgordeomkeer in het menu is vrijgegeven. b) Het verschil in de aansturingsduur (looptijd) tussen de eerste en de laatste ketel > 100 uur (omkeerwisselduur = 100 uur, vaste waarde).
  • Pagina 28 Geen reset op 0, ook niet met Regeling Reset. 7/8/9 analoog (oude toestellen): hier wordt enkel de aanstuurtijd van de calorMATIC 630 geregistreerd, d.w.z. dat de werkelijke bedrijfsuren en starts kunnen afwijken aangezien bijv. geen rekening wordt gehouden met de branderblokkeertijd.
  • Pagina 29 Speciale functie teleSWITCH Speciale functies teleSWITCH Instelbereik Fabrieksinstelling HK 1 >verlagen Geen, Aan, Uit, verlagen verlagen Auto, Eco verlagen Boiler verlagen verlagen Circulatiepomp verlagen > kiezen Telefooningang voor afstandsbediening Ingang voor de aansluiting van een potentiaalvrij contact. Bij actief contact alterneert de bedrijfsmodus van de laadpomp-pompomloopcircuit naar de vooraf ingestelde bedrijfsmodus, onafhankelijk van de zojuist op de regeling ingestelde of door het tijdprogramma opgegeven bedrijfsmodus.
  • Pagina 30 Afwerklaagdroging De afwerklaagdrogingsfunctie dient ertoe een pas aangebrachte laag overeenkomstig de voorschriften “droog te verwarmen“. Bij geactiveerde functie zijn alle, inclusief de door telefooncontact gekozen bedrijfsmodi, onderbroken. De aanvoertemperatuur van het geregelde cv-circuit wordt onafhankelijk van de buitentemperatuur conform de volgende tabel geregeld: Dag na start van de functie Aanvoertemperatuur voor deze dag in °c 6-12...
  • Pagina 31 Na net-Uit/-Aan start de afwerklaagdroging als volgt: Laatste dag vóór net Uit Nieuwe start na net Uit – Aan met dag: 1-15 17-23 24-28 Systeemconfiguratie Instelbereik Fabrieksinstelling Systeemconfiguratie C 10 1 - 6 Aantal verwarmingstoestellen > 2 1-traps/ 2-traps / modul. 1-traps Verwarmingstoestellen zijn modul...
  • Pagina 32 - de toestellen met ingebouwde driewegkraan blijven in de stand verwarmingsmodus - de verwarmingspomp in het toestel loopt tijdens de boilerverwarming - de boilerlaadpomp moet op de calorMATIC 630 worden aangesloten - de boilerlaadpomp slaat pas aan wanneer de temperatuur van de VF 1 > dan de boilertemperatuur...
  • Pagina 33 Bijkomende instellingen voor cascades met VC-toestellen: - de cv-temperatuurregeling moet op max. worden ingesteld - pompnalooptijd d.1 =“-„ - branderblokkeertijd d.2 = 5 min - toerentalinstelwaarde d.14 op 5 (enkel bij VC exclusiv) Systeemconfiguratie C 10 instelbereik fabrieksinstelling Mengcircuit / vaste waarde / Mengcircuit HK 2 Mengcircuit...
  • Pagina 34 > correctiewaarde kiezen Temperatuurcorrectie buitentemperatuur De sensorwaarde van de buitenvoeler die op de calorMATIC 630 is aangesloten, wordt met deze waarde verschoven. Op die manier worden externe temperatuurinvloeden gecompenseerd. De veranderde waarde wordt dan als berekeningsbasis voor de aanvoertemperatuurbepaling gebruikt. De buitentemperatuurcorrectie geldt niet voor de sensorwaarden van de buitenvoelers die op de VR 60- modules zijn aangesloten.
  • Pagina 35 Test Test C 14 VRC 630 instelbereik fabrieksinstelling Alle Uit / LP 1 aan / LP 2 Actoren LP / UV1 VF1 / VF2 /…SP1 / SP2 .. Sensoren SP 1 25°C 1 tot 6 Warmtebron > kiezen Testmodus In de testmodus worden elke voeler en mengcircuit per cv-circuit afzonderlijk aangestuurd en getest. Softwareversie Enkel melding Softwareversie...
  • Pagina 36 Algemene werkwijze a) Temperatuurbepaling (installatietemperatuur) De installatietemperatuur voor de sturing van de warmtebronnen is de max. temperatuurvraag van de actieve cv-circuits, gecorrigeerd door de regeling (vergelijking GEWENSTE-ACTUELE) via de voeler op de hydraulische evenwichtsfles en eventueel afstandsbediening. Indien er geen collectorvoeler aangesloten is, wordt als vervangwaarde de aanvoertemperatuur van de eerste warmtebron genomen.
  • Pagina 37 Inschakelvoorwaarden: • De inschakelvoorwaarde voor de eerste ketel / trap is vervuld wanneer de regelafwijking > dan -1/3 hysterese van de temperatuur. • De inschakeling voor ketel 2 / trap 2 wordt gerealiseerd wanneer de afwijking > dan -1/3 hysterese van de temperatuur, de inschakelvertraging (C8) is afgelopen en de temperatuurstijging negatief is of bij positieve temperatuurstijging de afwijking niet binnen de 12 minuten kan worden gecompenseerd (er wordt aangenomen dat er 5 cascadeperioden per uur zijn, 60 min.
  • Pagina 38 Uitschakelvoorwaarden: • De laatst ingeschakelde warmtebron wordt direct uitgeschakeld wanneer de afwijking = + 2/3 hysterese. Nu start de instelbare uitschakelvertraging (C8 bijv. 5 min.); in deze “wachttijd“ kan de warmtebron opnieuw worden ingeschakeld. In dit temperatuurbereik + 2/3 hysterese tot + 2/3 hysterese + 4K is de uitschakelvertraging dynamisch, lineair actief.
  • Pagina 39 Modulerende cascadesturing Voorwaarden • Een combinatie van atmosferische en condenserende verwarmingstoestellen in cascade is mogelijk. • Een combinatie van schakelende en modulerende verwarmingstoestellen is niet mogelijk. • Een combinatie van verwarmingstoestellen met verschillende vermogens is mogelijk (daardoor kunnen verschillende doorstroomhoeveelheden in de verwarmingstoestellen worden ingesteld). •...
  • Pagina 40 5 Installatie 5.1 Muuropbouw monteren De behuizingsafdekking is tweedelig en kan afzonderlijk worden afgenomen. - Druk de schroevendraaierpunt in de borgnok aan de voorzijde van de behuizing. - Klap de bovenste behuizingsafdekking (1) naar boven en neem ze eraf. - Klap de onderste behuizingsafdekking (2) naar onder en neem ze eraf. Het centrale toestel kan direct in de wandmontage of als afstandsbediening in de woonzone worden aangebracht.
  • Pagina 41: Elektrische Installatie

    Leidingen met zwakstroom moeten door de bovenste kabelopening, leidingen met 230 V door de onderste kabelopening. 5.2 Elektrische installatie Aansluiting afzonderlijk apparaat...
  • Pagina 42 De aansluiting van een 2-cascade direct op de wandsokkel is mogelijk. Bij meer dan twee verwarmingstoestellen in cascade is voor elk cv-toestel een modulerende buskoppeling VR 30 nodig. De inbouw van de buskoppeling gebeurt direct in het cv-toestel. Afstandsbedieningen aansluiten...
  • Pagina 43: Aansluiting Centraal Toestel Calormatic 630

    Aansluiting mengcircuits 5.3 Aansluiting centraal toestel calorMATIC 630...
  • Pagina 44 5.4 Aansluiting mengmodule VR 60 Busadres instellen De communicatie binnen het systeem gebeurt via een eBus. Voor een foutloze communicatie tussen alle componenten is het vereist dat het respectieve mengcircuit een adressering krijgt. Daartoe moet op de adresschakelaar (onder de behuizingsafdekking in de mengmodule) de waarde 4, 6, 8, 10 of 12 worden ingesteld, al naargelang hoeveel VR 60-regelingen reeds in het systeem zijn geïntegreerd.
  • Pagina 45: Ingebruikname

    De adressen 0 tot 3 zijn reeds door de installatiecircuits in het centrale toestel VRC 630 ingenomen en staan bijgevolg niet ter beschikking voor een adressering. In te stellen busadres in de VR 60 Aantal VR 60 In te stellen adres Toewijzing 1ste circuit in Toewijzing 2de circuit in de VR 60...
  • Pagina 46: Elektrische Aansluiting

    5.6 Elektrische aansluiting Voorbeeld: atmoVIT VK...
  • Pagina 47 Voorbeeld: VK(S) ../6, /7...
  • Pagina 48 Voorbeeld: atmoVIT VK...
  • Pagina 49 Voorbeeld: ecoTEC...
  • Pagina 50 De VR 90 is de eenvoudigste mogelijkheid voor de afstandsbediening van een cv-circuit. Naast de instellingen voor de bedrijfsmodus en de kamertemperatuur zijn ook alle instellingen eigen aan het cv-circuit en alle controles mogelijk. De bediening is identiek aan de bediening van de calorMATIC 630. De...
  • Pagina 51: Binnencompensatie

    630 gebeurt via de eBUS. De adressering van de componenten gebeurt via een adresinsteller. 6.2.1 Binnencompensatie Het gebruik van de ruimtevoeler in de afstandsbedieningsapparaten is instelbaar. De volgende toepassingen zijn instelbaar: wel of geen compensatie (geen fabrieksinstelling).
  • Pagina 52 Afhankelijk van de installatieconfiguratie zijn bijkomende voelers zoals aanvoer-, retour-, collector- of boilervoeler vereist. Daarvoor is in het toebehorenprogramma van Vaillant een standaardvoeler verkrijgbaar. De standaardvoeler VR 10 is zo uitgevoerd dat hij facultatief als dompelvoeler, bijv. als boilervoeler in een boilervoelerbuis of als aanvoervoeler in een hydraulische evenwichtsfles, kan worden ingezet.
  • Pagina 53: Parameterinstelling Van De Cv-Circuits

    7 Diagnose en oplossen van storingen 7.1 Parameterinstelling van de cv-circuits Gebruikersniveau Aan insteller draaien voor de menukeuze Op insteller drukken voor de keuze van de te veranderen parameter Aan insteller draaien voor de verandering van de gekozen parameter Speciale functies De keuze van de speciale functies is enkel vanuit de basismelding mogelijk.
  • Pagina 54 Schoorsteenvegerfunctie Insteller gelijktijdig 1 x indrukken Insteller gelijktijdig 2 x indrukken: einde van de schoorsteenvegermodus. Uiterlijk na 20 min. wordt automatisch gereset. Code installateur Dit niveau wordt na de juiste invoer van de code gedurende 60 min. vrijgegeven. Insteller draaien tot het menu “Code installateur vrijgeven“ wordt bereikt. In het geval de code niet meer beschikbaar is, kan door het gelijktijdig drukken op insteller (tenminste 5 s lang) teruggekeerd worden naar de fabrieksinstelling.
  • Pagina 55 Aangeduide menu text Instelbare Instelbereik Werkinstelling Parameter Code niveau Vrijgeven Codenummer: >0000 code nummer 0000 - 9999 1000 Standaard code: 1000 >cijfer instellen Code wijzigen Codenummer: >0000 code nummer 0000 - 9999 1000 Accepteren ? >cijfer instellen Parameter Soort: Brandercircuit Verlagingstemp ►15°C Verlagingstemp...
  • Pagina 56 Aangeduide menu text Instelbare Instelbereik Werkinstelling Parameter HK 2 - max HK15 Parameter Soort: Mengcircuit Verlagingstemp ►15°C Verlagingstemp 5 - 30°C 15°C Stooklijn Stooklijn 0,2 - 4 BT - uitschakel. Grens 20°C BT - uitschakel. Grens 5 - 50°C 22°C Pompblokkeertijd 00 min Pompblokkeertijd...
  • Pagina 57 Aangeduide menu text Instelbare Instelbereik Werkinstelling Parameter Warmtebron Parameter Ketelschakelverschil* Ketelschakelverschil 4 -12 K Max. cv temperatuur* 90°C Max. cv temperatuur 60 - 90°C 90°C Min. cv temperatuur* 30°C Min. cv temperatuur 15 - 65°C 15°C Startvermogen boiler* Startvermogen boiler 1 - 12 Hysterese kiezen * enkel bij 1 en 2 traps branders...
  • Pagina 58 Aangeduide menu text Instelbare Instelbereik Werkinstelling Parameter Speciale functie TeleSWITCH Cv1: verlagen teleSWITCH voor HK1 geen,verwarmen,uit,auto,eco,verlagen Cv2: verlagen teleSWITCH voor HK2 geen,verwarmen,uit,auto,eco,verlagen Cv3: teleSWITCH voor boiler geen,aan,uit,auto Boiler: teleSWITCH omlooppomp geen,aan,uit,auto Uitwerking Kiezen Speciale functie Afwerklaagdroging Afwerklaagdroging Temp. Tijdschema 0 - 29 Cv3: 45°C Startdag instellen...
  • Pagina 59 Aangeduide menu text Instelbare Instelbereik Werkinstelling Parameter Service Telefoon nr. Telefoon nr. 0 - 9 (17-delig) service service Datum 1.1.2003 Temp. Foutherkenning Temp. Foutherkenning volgens volgens 0 - 5h Nummer intellen Gereedschap Temp. Correctie Temp. Correctie Buitentemperatuur 0,0K Buitentemperatuur -5…+5K Kamertemp.
  • Pagina 60 7.2 Sensorenmatrix Aanduiding Type Voelerparameters Gebruik Weerstandswaarden VR 10 0°C 9191 ohm VRC 630 (aanvoervoeler,ketelvoeler, 5°C 7064 ohm VRS 620 306787 boilervoeler) 10°C 5214 ohm VR 60 20°C 3384 ohm 30°C 2185 ohm 40°C 1416 ohm 50°C 954 ohm 60°C 658 ohm 70°C 463 ohm...
  • Pagina 61: Testmodus

    7.3 Testmodus Met behulp van deze functie is een eenvoudige controle van alle aangesloten sensoren mogelijk. Daarbij worden alle voelers gecontroleerd (met melding van de actuele temperatuur). Bij defect van de voeler of kortsluiting komt het tot een foutmelding. De actoren kunnen handmatig na elkaar worden in werking gesteld en er kan worden gecontroleerd of de functie actief is, d.w.z.
  • Pagina 62: Foutcodes

    7.5 Foutcodes De regeling beschikt over de mogelijkheid bepaalde foutmeldingen als gewone tekstmelding in de display weer te geven. Daartoe behoren meldingen over een ontbrekende communicatie met afzonderlijke componenten in het systeem, onderhoudsaanwijzingen voor de warmtebron, voelerdefecten evenals een melding wanneer de gewenste waarde na een bepaalde periode niet wordt bereikt. In principe wordt bij elke foutmelding datum en uur vermeld.
  • Pagina 63 VRC 630 defect sensor De aanvoervoeler VF1 is defect. Bij deze foutmelding worden altijd de getroffen componenten evenals de betrokken sensor met de benaming op de ProE-aansluitstrip aangegeven. Oorzaak van een dergelijke foutmelding kan de onderbreking of kortsluiting van de betrokken sensor zijn. HK1 instelwaarde niet bereikt Hier wordt vermeld dat een instelwaarde van een cv-circuit na een bepaalde tijd nog altijd niet werd bereikt.

Inhoudsopgave