Bediening
Principe van de bediening
26
De kookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen.
Deze reageren op vingercontact.
U bedient de kookplaat door met uw vinger de juiste toetsen
aan te tippen. Het apparaat reageert daarop telkens met een
akoestisch signaal.
De kookzones en de timer moeten "actief" zijn als u een ver-
mogensstand of tijd wilt instellen of wijzigen.
Om een kookzone of de timer te activeren, moet u de toets
van de betreffende kookzone of van de timer aantippen. Als u
de toets heeft aangetipt, begint het betreffende display te
knipperen. Zolang het display knippert, is de kookzone c.q.
de timer "actief" en kunt u een vermogensstand of tijd instel-
len.
Houd het bedieningspaneel altijd vrij en schoon, anders
reageren de toetsen niet of u activeert onbedoeld functies.
Ook kan de kookplaat automatisch worden uitgeschakeld
(zie de rubriek "Veiligheidsuitschakeling").
Zet nooit hete pannen op de toetsen om beschadiging
van de elektronische onderdelen te voorkomen.