• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees
vooral voorzichtig in de buurt van de naaimachinenaald.
• Gebruik altijd de juiste steekplaat. Wanneer u de verkeerde
steekplaat gebruikt, kan de naald breken.
• Gebruik geen gebogen naalden.
• Trek of duw tijdens het naaien niet aan de stof. Hierdoor kunt u
namelijk de naald buigen, waardoor deze kan breken.
• Draag een veiligheidsbril.
• Schakel de naaimachine uit ("0") wanneer u iets wilt veranderen in
de omgeving van de naald, zoals een draad door de naald halen,
een andere naald plaatsen, de spoel plaatsen, een andere naaivoet
plaatsen en dergelijke.
• Laat geen voorwerpen in een opening vallen en steek geen
voorwerpen in openingen van de naaimachine.
• Gebruik de naaimachine niet buiten.
• Gebruik de naaimachine niet in een omgeving waar spuitbussen
worden gebruikt of waar zuurstof wordt toegediend.
• Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u eerst alle
knoppen uitschakelen ("0").
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact. Pak de
stekker vast, niet het snoer.
• Het voetpedaal wordt gebruikt om de naaimachine te bedienen.
Plaats geen andere voorwerpen op het voetpedaal.
• Gebruik de machine niet als hij nat is.
• Als het snoer van het voetpedaal is beschadigd, moet het worden
vervangen door de fabrikant of diens service-agent of een persoon
met dezelfde kwalificaties om gevaar te voorkomen.
• Deze naaimachine heeft dubbele isolatie. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen. Raadpleeg de instructies voor het repareren van
dubbel geïsoleerde apparaten.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES