BOVENDRAADSPANNING
INSTELLEN
De draadspanning moet afhankelijk van
het te naaien materiaal, de lagen stof en
de naaitechniek worden ingesteld.
Correcte spanning:
Bij de ideale rechte steek hechten de
boven- en onderdraad, zoals afgebeeld,
tussen twee lagen stof in elkaar.
Voor een ideale zigzagsteek is de
onderdraad niet te zien aan de goede
kant (bovenkant) van de stof, en de
bovendraad is net zichtbaar aan de
verkeerde kant (onderkant) van de stof.
1. Bovendraad
2. Onderdraad
3. Bovenkant
4. Onderkant
De bovendraadspanning is te hoog:
De onderdraad verschijnt aan de
bovenkant van de stof. Wanneer u het
wieltje op een lager nummer draait,
verlaagt u de spanning.
De bovendraadspanning is te laag:
De bovendraad verschijnt aan de
onderkant van de stof. Wanneer u het
wieltje op een hoger nummer draait,
verhoogt u de spanning.
18 – VOORDAT U BEGINT
1
4
3
2