Samenvatting van Inhoud voor Viking Husqvarna Tribute 145M
Pagina 1
Gebruikershandleiding 1 4 5 AN N I VERS ARY LI MI T ED EDI TI O N SE W I N G M AC HI N E...
Pagina 2
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335- 2-28 en UL1594. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de elemen- taire veiligheidsvoorschriften in acht nemen, inclusief het volgende: Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt.
Pagina 3
• Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de naaimachinenaald. • Gebruik altijd de juiste steekplaat. Wanneer u de verkeerde steekplaat gebruikt, kan de naald breken. • Gebruik geen gebogen naalden. •...
ALLEEN VOOR EUROPA: Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring en kennis als ze super- visie of instructies hebben gekregen om het apparaat op een veilige manier te kunnen gebruiken en als ze begrijpen welke gevaren eraan verbonden zijn.
Pagina 5
Intellectueel eigendom De octrooien die op dit product rusten staan vermeld op een etiket op de onderkant van de naaimachine. VIKING, en TRIBUTE zijn handelsmerken van Singer Sourcing Limited LLC. HUSQVARNA en de ”gekroonde H” zijn handelsmerken van Husqvarna AB. Alle handelsmerken worden gebruikt onder licentie van VSM Group AB.
Inhoudsopgave Overzicht ............1 BASISKENNIS Verlengtafel ........... 2 Rechte steken ..........19 Standaard accessoires en opbergruimte 3 Het naaiwerk afhechten ......20 Naadgeleiders op de steekplaat .....21 VOORDAT U BEGINT Het naaiwerk draaien .......21 Machine op de voedingsspanning aansluiten ............ 4 NUTTIGE STEKEN De naaisnelheid instellen ......
VERLENGTAFEL Verwijderen Plaats uw vingers links onder de verlengtafel en trek de tafel naar links. Naaien met de vrije arm Voor het naaien van mouwen, banden, broekspijpen of andere ronde kledingstukken. Voor het stoppen van sokken of verstellen van knieën of ellebogen. Bevestigen Schuif de verlengtafel op de machine, steek de pennen in de openingen en duw...
STANDAARD ACCESSOIRES EN OPBERGRUIMTE 1. Standaard naaivoet A 2. Standaard naaivoet B 3. Knoopsgatvoet C 4. Blindzoomvoet D 5. Ritsvoet E 6. Glijvoet H 7. Naaivoet J 8. Automatische knoopsgatvoet R 9. Transparante naaivoet 10. Quilters 1/4" patchworkvoet P 11. Rimpelvoet 12.
Voordat u begint MACHINE OP DE VOEDINGSSPANNING AANSLUITEN Zet de hoofdschakelaar op uit. Controleer voordat u het voetpedaal aansluit of het van het type “21361” is (zie de onderkant van het voetpedaal). Steek de stekker van het voetpedaal in de aansluiting op de machine.
DE NAAISNELHEID INSTELLEN U kunt de naaisnelheid op twee manieren instellen; met de snelheidsregelschuif of met het voetpedaal. Snelheidsregelschuif Met de snelheidsregelschuif kunt u de naaisnelheid aan uw wensen aanpassen. De stand van de schuif bepaald hoe snel u kunt naaien. Schuif de regelaar naar rechts om de snelheid te verhogen.
NAAIGIDS REFERENTIEKAART Raadpleeg de naaigids referentiekaart voor de gemakkelijkste manier om de beste steek, steeklengte, steekbreedte, draadspanning, naaivoet en naaivoetdruk voor uw naaitechniek en stof te bepalen. Kijk in de kolom voor uw type stof: : voor stevige stoffen geweven stoffen die niet rekken.
HENDEL VOOR ACHTERUIT NAAIEN Wanneer u de hendel voor achteruit naaien omlaag duwt, naait de machine achteruit. Zo lang u de hendel ingedrukt blijft houden, zal de machine achteruit naaien. 1. Hendel voor achteruit naaien KNOP VOOR REGELING NAAIVOETDRUK Voor stoffen met een verschillende dikte, draait u de regelknop om de juiste druk van de naaivoet op de stof in te stellen.
DE NAAIVOET OMHOOG EN OMLAAG BRENGEN De naaivoet kan met de persvoetlichter omhoog en omlaag worden gebracht. De naaivoet moet omlaag worden gebracht om te naaien. Wanneer de persvoetlichter zo ver mogelijk omhoog wordt gebracht, kan de hefhoogte van de naaivoet nog 0,6 cm extra worden verhoogd.
DE NAALD VERWISSELEN Zet de machine uit. Voor uw machine worden de standaard naalden gebruikt. 1. Breng de naaivoet omlaag. Maak de naaldklemschroef los door deze tegen de klok in te draaien. Verwijder de naald. 2. Duw de nieuwe naald zo ver mogelijk omhoog met de platte zijde van u af.
PLAATS HET KLOSJE OP DE GARENPEN Plaats het klosje zo op de garenpen dat de draad afrolt zoals afgebeeld. Bij grote klossen wordt het grote schijfje voor de draad geplaatst. Als u kleine klossen gebruikt, dient het kleine schijfje voor de draad te worden geplaatst. 1.
OPSPOELEN 1. Trek het handwiel uit om de machine in de opspoelstand te zetten (de naald beweegt niet meer). 2. Geleid de draad rond de spangeleider voor de onderdraad in de spanschijf. 3. Steek de draad van binnen naar buiten door het gat in het spoeltje.
HET PLAATSEN VAN HET SPOELTJE Zet de Aan/Uit knop op uit. 1. Plaats het spoeltje in het spoelhuis met de draad naar buiten zoals afgebeeld. 2. Geleid de draad naar de voorste inkeping (a) aan de voorkant van het spoelhuis. Trek de draad naar links en schuif hem daarbij tussen de delen van de spanveer.
INRIJGEN VAN DE MACHINE Zet de Aan/Uit knop op uit. Zorg dat de naaivoet omhoog staat en de naald zich in zijn hoogste stand bevindt. Neem de draad van het klosje en steek deze door de draadgeleider. Trek de draad vervolgens door de rechter groef.
DRAADINSTEKER Zet de Aan/Uit knop op uit. 1. Zet de naald in de hoogste stand. Breng de draadinsteker zo ver mogelijk omlaag. Het haakje komt van achteren door het oog van de naald. 2. Geleid de draad van links rond de geleider en onder het haakje door.
ONDERDRAAD OMHOOG BRENGEN Zet de Aan/Uit knop op uit. 1. Breng de naaivoet omhoog en houd de bovendraad in de naald losjes in uw linker hand. 2. Draai het handwiel langzaam één omwenteling naar u toe. Breng de onderdraad naar boven door aan de bovendraad te trekken zoals afgebeeld.
STEKEN STRETCHSTEKEN STEEKKEUZE Zet de naald in de hoogste stand. Draai de steekkeuzeknop tot het nummer van de gekozen steek bij het merkteken staat. 1. Steekkeuzeknop 2. Merkteken Let op: Breng de naald altijd omhoog boven de stof en de naaivoet voordat u de steekkeuzeknop draait.
STRETCHSTEEKBALANS INSTELLEN Indien de stretchsteken niet in balans zijn terwijl u een bepaalde stof naait, balanceer ze dan door het steeklengtewieltje binnen het stretchgebied te draaien. Om vervormde steken af te stellen: Als de steken te los (a) zijn, corrigeer ze dan door het wieltje in de “–”...
BOVENDRAADSPANNING INSTELLEN De draadspanning moet afhankelijk van het te naaien materiaal, de lagen stof en de naaitechniek worden ingesteld. Correcte spanning: Bij de ideale rechte steek hechten de boven- en onderdraad, zoals afgebeeld, tussen twee lagen stof in elkaar. Voor een ideale zigzagsteek is de onderdraad niet te zien aan de goede kant (bovenkant) van de stof, en de bovendraad is net zichtbaar aan de...
Basiskennis RECHTE STEKEN Machine-instelling Raadpleeg de naaigids referentiekaart voor de aanbevo len instellingen. Beginnen met naaien Breng de naaivoet omhoog en leg de stof langs de naadgeleider op de steekplaat. Breng de naald omlaag op de plaats waar u wilt beginnen. Breng de naaivoet omlaag en trek de draden naar achteren.
HET NAAIWERK AFHECHTEN 1. Druk op de hendel voor achteruit naaien en naai aan het einde van de naad enkele steken achteruit om de steek af te hechten. 2. Breng de naaivoet omhoog en verwijder de stof, waarbij u de draden naar achteren trekt.
NAADGELEIDERS OP DE STEEKPLAAT Met de naadgeleiders op de steekplaat kunt u de naadtoeslag bepalen. De nummers geven de afstand tussen de middelste naaldpositie en de naadgeleider aan. 1. Naadgeleiders: NUMMER TUSSENRUIMTE (CM) HET NAAIWERK DRAAIEN Naai langs de 5/8" geleider. Stop met naaien en breng de naald omlaag op het moment dat de rand van de stof aan uw kant zoals weergegeven lijnt met...
Nuttige steken Raadpleeg de naaigids referentiekaart voor de gemakkelijkste manier om de beste steek, steeklengte, steekbreedte, draadspanning, naaivoet en naaivoetdruk voor uw naaitechniek en stof te bepalen. BASIS ZIGZAGSTEKEN Eenvoudige zigzagsteken worden hoofdzakelijk gebruikt voor het afwerken, aanzetten van knopen enz. DRIESTAPS ZIGZAGSTEEK Bij het gebruik van naaivoet J voor de driestaps zigzagsteek, moet u eerst controleren...
VERSTERKTE RECHTE STEEK Machine-instelling: 1. Soort steek: 1 2. Steekbreedte: 0 of 5 3. Steeklengte: stretch 4. Draadspanning: 2 – 5 5. Naaivoet: naaivoet A Deze steek is sterker dan de gewone rechte steek, omdat het een drievoudige en elastische steek is. De versterkte rechte steek kan worden gebruikt voor dikke stoffen, voor naden die veel te verduren hebben en bij...
AUTOMATISCH KNOOPSGAT Machine-instelling: Soort steek: Steekbreedte: 4 – 5 Steeklengte: Draadspanning: 3 – 5 Naaivoet: Automatische knoopsgatvoet R Let op: De grootte van het knoopsgat wordt automatisch ingesteld indien u de knoop in de automatische knoopsgatvoet R legt. De knoophouder op de voet meet de diameter van de knoop tot max.
Pagina 31
3. Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk omlaag. a. Knoopsgathendel 4. Breng de naaivoet omhoog en steek de bovendraad door het oog en onder de naaivoet door. Trek beide draden naar links. Leg de stof onder de naaivoet en breng de naald omlaag bij het beginpunt.
Pagina 32
5. Langzaam naaien. De machine zal het volledige knoopsgat naaien. Stop de machine op het beginpunt wanneer het knoopsgat klaar is. De machine naait de voorste trens en linker stekenrij het eerst, daarna de achterste trens en rechter stekenrij. 6. Breng de naaivoet omhoog en verwijder de stof.
Pagina 33
Duw de knoopsgathendel zo ver mogelijk omhoog wanneer u klaar bent. Steekdichtheid voor het knoopsgat instellen Draai het steeklengtewieltje binnen het gebied om de steekdichtheid voor het knoopsgat in te stellen. Let op: Maak een testknoopsgat wanneer de knoop heel dik is. Wanneer de knoop moeilijk door het testknoopsgat past, maakt u het knoopsgat langer door de knoophouder naar achteren te trekken.
KNOOPSGAT MET INLEGDRAAD Machine-instelling: 1. Soort steek: 2. Steekbreedte: 4 – 5 3. Steeklengte: 4. Draadspanning: 3 – 5 5. Naaivoet: Automatische knoopsgatvoet R 1. Breng de knoopsgatvoet omhoog, haak de inlegdraad rond het grijperje aan de achterkant van de knoopsgatvoet.
HANDMATIG KNOOPSGAT Raadpleeg de beknopte naaigids referentie kaart voor de aanbevolen instellingen. Wanneer de diameter van de knoop groter is dan 2,5 cm, moet het knoopsgat als volgt handmatig worden gemaakt: 1. Plaats knoopsgatvoet C. 2. Trek de knoopsgathendel zo ver mogelijk omlaag.
Pagina 36
4. Naai de voorste trens en linker stekenrij tot de vereiste lengte en stop met naaien. 5. Trek de knoopsgathendel naar u toe. 6. Naai de achterste trens en de rechter stekenrij en zet de machine daarna stop op het beginpunt. 7.
RITS INZETTEN Machine-instelling: 1. Soort steek: 1 2. Steekbreedte: 5 3. Steeklengte: 1.5 – 4 4. Draadspanning: 3 – 6 5. Naaivoet: Ritsvoet E Het ritsvoetje bevestigen Plaats de ritsvoet. 1. Gleuf 2. Pen Om de linkerzijde van de rits te naaien, bevestigt u de ritsvoet met de naaldstang aan de rechterkant.
Pagina 38
2. Leg de goede kanten van de stof op elkaar. Naai een naad vanaf de onderkant 2 cm vanaf de rechter rand tot het einde van de ritsopening. Naai nog enkele steken achteruit om af te hechten. Verlaag de steeklengte tot “4”, zet de bovendraadspanning op “1”, en rijg de lengte van de ritsopening.
Pagina 39
3. Naai door alle lagen naast de vouw. Stop vlak voordat de ritsvoet het lipje bereikt. Breng de naald omlaag tot net in de stof. Breng de ritsvoet omhoog en open de rits. Breng de voet omlaag en naai de rest van de naad.
Pagina 40
5. Verwijder de ritsvoet en bevestig hem weer met de stang aan de linkerzijde. Geleid de rand van de voet langs de ritstanden en stik door de stof en de ritsband op ca. 1 cm afstand van de rijglijn. Stop circa 5 cm vanaf de bovenkant van de rits.
BLINDZOMEN Raadpleeg de beknopte naaigids referentie kaart voor de aanbevolen instellingen. 1. Vouw de zoom onder de stof zoals afgebeeld bij dunne of normale stoffen. Vouw een zoom met de verkeerde kant naar boven en een toeslag van 0,5 cm. a.
NAAIVOET Glijvoet H Raadpleeg de Naaigids referentiekaart voor de aanbevolen instellingen. Bij het naaien van schuimrubber, plastic, stoffen met plasticlaag, leder en imitatieleer, glijdt de glijvoet H soepel over de stof zonder te haperen. Gebruik de naaivoet voor gewoon naaien en het maken van knoopsgaten in plastic of lederen stoffen.
Rimpelvoet Rimpel de stof of rimpel de stof en maak een rouche. Geschikt voor dunne tot normale stoffen. Rechte steek, (linker naaldpositie), lengte 4. Hoe langer de steek, hoe meer de stof wordt gerimpeld. Bevestig de rimpelvoet. Voor gerimpelde stof: Leg de stof onder de rimpelvoet en begin met naaien.
Verzorging en onderhoud Zet de Aan/Uit knop op uit. Demonteer de machine uitsluitend zoals beschreven in dit hoofdstuk. Reinig de buitenkant van de machine met een zachte doek en milde zeep. MAAK DE GRIJPER EN TRANSPORTEUR SCHOON 1. Verwijder de naald en naaivoet. Verwijder de schroef aan de linkerkant van de steekplaat met de bij de machine geleverde...
HET SPOELHUIS TERUG PLAATSEN Zet de Aan/Uit knop op uit. 1. Plaats het spoelhuis in de grijper. 2. Controleer of de knop van het spoel huis precies naast de stopper in de grijper past. a. Knop b. Stopper 3. Plaats het spoeltje. Plaats de steekplaat, steek de twee geleidingspennen van de steekplaat in de gaten in de steekplaat.
Het verhelpen van storingen PROBLEEM /OORZAAK REFERENTIES De bovendraad breekt. • Bovendraad onjuist ingeregen. Pagina 13 • Bovendraad te strak. Pagina 18 • De naald is verbogen. Pagina 9 • Naald onjuist geplaatst. Pagina 9 • De boven- en onderdraad zijn bij de start niet onder de Pagina 19 naaivoet geplaatst.
Pagina 47
PROBLEEM /OORZAAK REFERENTIES De stof wordt niet geleidelijk getransporteerd. • Transporteur vol met textielresten. Pagina 38 • De steeklengte is te kort. Maak de steek langer. • De transporteur is na het naaien in de ”verzonken stand” Pagina 7 niet omhoog gebracht. Lussen op de naden •...
Pagina 48
1 4 5 AN N I VERS ARY LI MI T ED EDI TI O N SE W I N G M AC HI N E...