een onjuiste installatie en gebruik dat niet in
overeenstemming is met de instructies kan dit leiden
tot schadelijk interferentie van radioverbindingen. Het
is echter niet gegarandeerd dat er geen interferentie
in een bepaalde installatie zal optreden. Als het apparaat
schadelijke interferentie aan radio- of televisieontvangst
veroorzaakt (dit kan worden vastgesteld door het
apparaat uit en in te schakelen), wordt de gebruiker
aangeraden de interferentie te corrigeren door middel
van een van de volgende maatregelen:
– De ontvangstantenne draaien of verplaatsen.
– De afstand tussen het apparaat en de ontvanger
vergroten.
– Het apparaat aansluiten op een stopcontact van een
circuit waarop de ontvanger niet is aangesloten.
– Raadpleeg de dealer of een ervaren radio/tv-
reparateur voor hulp.
39