2.1.1
Het invoeren van waarden in numerieke vorm met de navigatietoetsen
De toets
drukken, actueel overzicht wordt afgelezen. Het eerste cijfer blinkt,
die kan worden gewijzigd.
Indien het eerste cijfer niet gewijzigd dient te worden de toets drukken
het tweede cijfer blinkt.
Telkens wanneer op de toets
volgende cijfer veroorzaakt, na het laatste cijfer wordt naar het eerste cijfer
overgegaan.
Om het (blinkende) cijfer te wijzigen, dient de toets zo vaak te worden
gedrukt , totdat de gewenste waarde verschijnt. Vervolgens door de toets
te drukken de volgende cijfers kiezen en met de toets
Met de toets
SFB-BA-nl-1630
wordt gedrukt, wordt het overgaan naar het
het invoeren van de gegevens afronden.
—
hun waarde wijzigen.
12