Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 8
•
De parameter Afwijking natte mix moet worden ingesteld op basis van de vereiste
uiteindelijke homogeniteit van de mix. Voor buizen is bijvoorbeeld een grotere mate
van homogeniteit vereist dan voor een gewoon betonblok.
In de modus AUTO, waarin vaak een korte droge mixtijd wordt gehanteerd, kunt u de functie
voor automatisch bijhouden gebruiken om de watertoevoeging uit te stellen tot het cement
voldoende is gemixt. Dit kan de herbruikbaarheid verbeteren bij de toepassing van
toeslagmaterialen waarvan de vochtigheidswaarden variëren.
6 Temperatuurcompensatie
In omgevingen met grote temperatuurschommelingen kan het nodig zijn om de viscositeit van de
mix aan te passen. We raden u aan dit te doen door de hoeveelheid bijmengsel in de mix te
variëren. Onder dergelijke omstandigheden is het raadzaam om het recept te kalibreren op het
moment dat er zo min mogelijk bijmengsel is vereist (meestal het koelste deel van de dag). De
mix moet op de normale manier worden gemaakt en wanneer het signaal Mix voltooid wordt
gegeven, kan de extra hoeveelheid bijmengsel worden toegevoegd.
Bij sommige systemen is het niet mogelijk de hoeveelheid bijmengsel op deze manier te
variëren. In dat geval kan de hoeveelheid water worden gevarieerd op basis van de toename van
de hoeveelheid water die per °C wordt gevraagd. Hiervoor kunt u de Instellingen voor
temperatuurcorrectie in het recept gebruiken. Ter compensatie wordt het vochtigheidsdoel door
de Hydro-Control aangepast. Houd er rekening mee dat bij deze methode de variantie van de
water/cement-verhouding toeneemt en daardoor ook de sterktevariatietests worden uitgebreid.
De temperatuurcompensatie werkt eenvoudig. De huidige temperatuur wordt gemeten en
vergeleken met waarde van de parameter Instelpunt temperatuur in het recept. Vervolgens wordt
het verschil vermenigvuldigd met waarde van de parameter Temperatuurcoëfficiënt. Het resultaat
wordt vervolgens aan het begin van de batch opgeteld bij het vochtigheidsdoel van het recept (of
ervan afgetrokken als het resultaat negatief is).
Voorbeeld
Een recept wordt gekalibreerd op 25 graden Celsius, met een vochtigheidsdoel van 10%.
Bij 35 graden Celsius (een toename van 10 graden Celsius) is een vochtigheidsdoel van 11%
vereist (een toename van 1%) om de consistentie te kunnen behouden.
In het bovenstaande voorbeeld is voor elke toename van 1 graad Celsius van de temperatuur
een bijbehorende toename van 0,1% van het vochtigheidsdoel vereist. In dit voorbeeld moet de
temperatuurcoëfficiënt dus worden ingesteld op 0,1%.
N.B.: aanpassing van het water aan de temperatuur leidt tot variatie van de water/cement-
verhouding. Als u deze parameter instelt, moet u ervoor zorgen dat de water/cement-
verhoudingen binnen de tolerantiewaarden voor de bedrijfstemperatuur blijven.
Als de temperatuurcoefficiënt op nul is ingesteld, is deze functie uitgeschakeld.
Vochtigheidsregeling gebruiken
Hydro-Control VI Gebruikershandleiding HD0456nl Rev 1.7.0
59
Advertenties
Inhoudsopgave
