Inhoudsopgave
Advertenties
De eerste mix uitvoeren
Selecteer in het mixlogboek de gewenste mix (standaard is
de laatste mix geselecteerd). Met de knop Gefilterd door
rechtsboven in het scherm kunt u de filteropties voor de lijst
aanpassen.
Raak de knop Ongeschaald aan om te schakelen tussen de
vochtigheidswaarden of de ongeschaalde sensorwaarden.
Als u de ongeschaalde afwijkingswaarden weergeeft (Dry
DeviationUS en Wet DeviationUS), wordt aan het eind van
de mixfasen de tijd voor het berekenen van het gemiddelde
weergegeven.
Voor een goede kalibratie in de modus CALC moet de
ongeschaalde afwijking minder dan 3 zijn en voor de
allerbeste resultaten minder dan 0,5.
Raak
de
knop
signaalstabiliteit te controleren.
Controleer of het sensorsignaal tijdens de droge en natte
mixfase stabiel is. Als het signaal niet stabiel is, verhoogt
u de mixtijden en voert u nog een batch uit om de stabiliteit
te controleren. Het is wellicht nuttig om de mixtijden te
verlengen, zodat u het punt kunt bepalen waarop het signaal
stabiel wordt.
42
Hydro-Control VI Gebruikershandleiding HD0456nl Rev 1.7.0
Mixspoor
weergeven
aan
om
de
Raak
Hoofdstuk 7
aan.
Advertenties
Inhoudsopgave
