Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Recept Configureren; Modus Calc - Hoofdwater; Modus Calc - Voorbevochtigingswater - Hydronix Hydro-Control VI Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Hydro-Control VI:
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 8
Nadelen:
De aan het einde van de droge mixfase gemeten waarde die voor de berekening
wordt gebruikt, moet stabiel zijn. Doorgaans betekent dit dat de droge mixtijd langer is
dan in de modus AUTO.
De berekening van de toe te voegen hoeveelheid water is afhankelijk van de
batchgrootte. Dit betekent dat als het droge gewicht van de materialen aanzienlijk
verschilt, het recept moet worden bijgewerkt met het gewicht van de huidige batch
door het recept handmatig te bewerken of door de waarde via een externe verbinding
te verzenden.
Als er significante wijzigingen in het recept zijn aangebracht, moet het opnieuw
worden gekalibreerd.

Het recept configureren

2.2
Als u de modus CALC gebruikt, moet elk recept eerst worden gekalibreerd. U doet dit door
een batch te gebruiken die reeds eerder is uitgevoerd en die de juiste vochtigheid en kwaliteit
heeft. In het vorige hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de eerste batch kunt uitvoeren. De Hydro-
Control gebruikt vervolgens de gegevens die tijdens de uitvoering van deze batch zijn
vastgelegd om een kalibratie voor het recept te genereren, zonder hiervoor ook nog andere
batches te gebruiken.
Voor een goede kalibratie is het belangrijk dat het sensorsignaal tijdens de perioden aan het
eind van de droge en natte mixtijden waarin het gemiddelde wordt berekend zo stabiel
mogelijk is. De stabiliteit van het signaal kan worden verbeterd door de mixtijd te verlengen,
zodat de mix meer tijd heeft om de gewenste homogeniteit te bereiken. Voor de beste
kalibratie moeten de afwijkingen zo dicht mogelijk bij nul liggen: altijd minder dan 3
ongeschaalde eenheden en bij voorkeur minder dan 0,5 ongeschaalde eenheden.
Als u een mix wilt gebruiken voor kalibratie, kan het nodig zijn de mixtijden tijdelijk te
verlengen, om te kijken hoe het signaal gedurende de mixtijd verandert. Wanneer de
kalibratie is voltooid, kan de natte mixtijd voor de werkelijke productie weer worden
gereduceerd. Houd er wel rekening mee dat dit invloed kan hebben op de kwaliteit van de
geproduceerde mix.
De modus CALC kan worden ingeschakeld in de voorbevochtigingsfase, de hoofdfase of in
beide fasen.
Modus CALC – hoofdwater
2.3
De is meest voorkomende plaats om de modus CALC te gebruiken. Dit is voor mixen waarbij na
het toevoegen van voorbevochtigingswater en cement een stabiele waarde voor droge en natte
mix kan worden gemeten. De kalibratie die is gebaseerd op de meetwaarden voor droog en nat
worden eveneens voor de voorbevochtigingsfase gebruikt. Als de initiële mixfase en de
voorbevochtigingsmixfase worden gebruikt voordat er cement is toegevoegd, kunnen de
vochtwaarden tijdens deze fasen ongeldig zijn. Dit is normaal gesproken geen probleem, omdat
in de meeste situaties alleen de vochtigheidsgraad van de uiteindelijke mix van belang is.
Modus CALC – voorbevochtigingswater
2.4
In sommige gevallen is het mogelijk dat de meetwaarde van de natte mix na toevoeging van
bepaalde bijmixen (meestal SCC-bijmixen) buiten het meetbereik van de sensor valt. In
situaties waarin tijdens de droge-mixfase materialen zoals metaalvezels worden toegevoegd,
kan de sensor mogelijk niet langer betrouwbare meetwaarden afgeven. In dergelijk situaties
kunt u de mix kalibreren op basis van de meetwaarde van de initiële mix, het
voorbevochtigingswater en de voorbevochtigingsmix. Het voorbevochtigingswater dat moet
worden toegevoegd is meestal de hoeveelheid water die nodig is voordat de bijmix wordt
toegevoegd.
Vochtigheidsregeling gebruiken
Hydro-Control VI Gebruikershandleiding HD0456nl Rev 1.7.0
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Hydronix Hydro-Control VI

Inhoudsopgave