De batterij is uit de camera gehaald.
• Laat u de camera ongeveer 1 dag zonder batterijen liggen, dan krijgt de camera voor
datum en tijd automatisch weer de standaardinstellingen af fabriek. Controleer, voordat
u belangrijke foto's gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
Fotografeertips
Scherpstellen op het object
Er zijn verschillende manieren om scherp te stellen, afhankelijk van het object.
Als het object zich niet in het midden van het beeld bevindt
• Neem het object in het midden van het beeld, stel scherp op het object en kader uw
foto opnieuw af.
g"Ontspanknop Fotograferen" (blz. 10)
Het object beweegt snel
• Stel de camera scherp op een punt, dat zich op ongeveer dezelfde afstand bevindt
als het object dat u wilt fotograferen (door de ontspanknop half in te drukken), kader
uw foto opnieuw af en wacht totdat het object binnen het beeld verschijnt.
• Selecteer j van f om te fotograferen.
g"f Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de
situatie" (blz. 11)
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
• Onder bepaalde omstandigheden is het moeilijk om scherp te stellen met autofocus.
De groene LED op de monitor brandt, zodat u kunt controleren of de scherpstelling
is vastgezet.
De groene LED
knippert.
De camera kan niet
goed scherpstellen
op het object.
De groene LED
brandt, maar
scherpstellen op
het object lukt niet.
In bovenstaande situaties stelt u scherp (scherpstelgeheugen) op een contrastrijk
object op dezelfde afstand als het gewenste onderwerp, kadert uw opname
opnieuw af en maakt dan de foto. Indien het te fotograferen onderwerp geen
verticale lijnen heeft, draait u de camera verticaal en stelt u met het
scherpstelgeheugen scherp op het onderwerp door de ontspanknop half in te
drukken. Vervolgens draait u de camera – met de ontspanknop nog steeds half
ingedrukt – weer horizontaal en maakt u de foto.
Object met weinig
Object met een
contrast
bijzonder helder
vlak in het midden
van het beeld
Objecten op
Snel bewegende
verschillende
onderwerpen
afstanden
Object zonder
verticale lijnen
Het object bevindt
zich niet in het
midden van het
beeld
51
NL