Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Bediening vanaf de grond
1
Draai het contactslot naar grondbediening.
2
Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
Platform plaatsen
1
Druk de desbetreffende functieknop in en houd
deze ingedrukt.
2
Houd de desbetreffende functie-inschakelknop
ingedrukt.
De rij- en stuurfuncties zijn niet beschikbaar vanaf de
grondbediening.
38
Bediening vanuit het platform
1
Draai het contactslot naar platformbediening.
2
Trek de rode noodstopknop van de
grondbediening uit en draai de rode noodstop
van de platformbediening om deze vrij te zetten.
Platform plaatsen
1
Druk een functiekeuzeknop in. Het
indicatielampje naast de geselecteerde functie
gaat branden.
Als de joystick niet binnen 5 seconden na het
selecteren van een functie wordt bewogen, treedt de
functie niet in werking. Selecteer de functie opnieuw.
2
Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3
Beweeg de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de markeringen op het
bedieningspaneel.
Sturen
1
Druk de rijfunctie-keuzeknop in. Het
indicatielampje naast de rijfunctie gaat branden.
Als de joystick niet binnen 5 seconden na het
selecteren van een functie wordt bewogen, treedt de
functie niet in werking. Selecteer de functie opnieuw.
2
Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
3
Druk op de duimschakelaar boven op de joystick.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingdriehoeken op
de platformbediening en het rijchassis om de
draairichting van de wielen te bepalen.
GR
™
-20J • GR
™
-26J
Derde uitgave • Eerste druk
Onderdeelnr. 1319686DUGT