Bedieningshandleiding
Inspecties
32 Beweeg de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de gele pijl.
Resultaat: De mast gaat omlaag. Het daalalarm
dient te klinken wanneer de mast wordt
neergelaten.
33 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
34 Beweeg de joystick naar links.
Resultaat: De draaitafel moet naar links draaien.
35 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
36 Beweeg de joystick naar rechts.
Resultaat: De draaitafel moet naar rechts
draaien.
Test de stuurinrichting
37 Druk de rijfunctieknop in.
Resultaat: Het indicatielampje boven de
functieknop moet branden.
38 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
39 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de blauwe
driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien waarin de blauwe driehoeken op het
rijchassis wijzen.
40 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de gele
driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien waarin de gele driehoeken op het
rijchassis wijzen.
28
Test het rijden en de remmen
41 Druk de rijfunctieknop in.
Resultaat: Het indicatielampje boven de
functieknop moet branden.
42 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
43 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
verplaats de joystick vervolgens weer naar de
middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl op het
rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
44 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
verplaats de joystick vervolgens weer naar de
middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de gele pijl op het rijchassis
wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de
machine tegen te houden op elke helling die door de
machine kan worden genomen.
GR
™
-20J • GR
™
-26J
Derde uitgave • Eerste druk
Onderdeelnr. 1319686DUGT