Levelflex FMP56, FMP57 FOUNDATION Fieldbus
7.
Setup → Afstand
Toont de afstand D tussen het referentiepunt R en het niveau L.
8.
Setup → Signaalkwaliteit
Toont de signaalkwaliteit van de niveau-echo.
9.
Setup → Map → Bevestig afstand
Vergelijk de getoonde afstand met de werkelijke afstand om met het registreren
van de stoorecho-onderdrukkingscurve te beginnen.
10.6
Gebruikersspecifieke applicaties
Zie de separate documentatie voor details over het instellen van de parameters voor
gebruikersspecifeke applicaties:
BA01055F (bedieningshandleiding FMP56/FMP57, FOUNDATION Fieldbus)
Voor het Expert-submenu zie:
GP01015F (beschrijving van de instrumentparameters FMP5x, FOUNDATION Fieldbus)
11
Inbedrijfname (block-gebaseerde bediening)
11.1
Blockconfiguratie
11.1.1
Voorbereiding
1.
Schakel het instrument in.
2.
Let op de DEVICE_ID.
3.
Open het configuratieprogramma.
4.
Laad de Cff- en DD-bestanden in het host-systeem of het configuratieprogramma. Wees
er zeker van de juiste systeembestanden te gebruiken.
5.
Identificeer het instrument met de DEVICE_ID (zie punt 2). Ken de gewenste tagnaam
toe aan het instrument via de Pd-tag/FF_PD_TAG parameter.
11.1.2
Configuratie van het Resource Block
1.
Open het Resource Block.
2.
Schakel de vergrendeling voor instrumentbediening uit indien nodig.
3.
Verander de bloknaam indien nodig. Fabrieksinstelling: RS-xxxxxxxxxxx (RB2)
4.
Ken een beschrijving aan het blok toe indien nodig via de Tag Description/TAG_DESC
parameter.
5.
Verander eventueel andere parameters zoals gewenst.
11.1.3
Configureren van de Transducer Blocks
De meting en de displaymodule worden geconfigureerd met de Transducer Blocks. De
algemene procedure is hetzelfde voor alle Transducer Blocks:
Endress+Hauser
Inbedrijfname (block-gebaseerde bediening)
53