Belangrijke instructies
• Met de PROFITEST
M
ASTER
RCD-types mogelijk. Kies RCD, SRCD, PRCD e.d.
• De meting hoeft per RCD (FI) slechts op één plaats in de aan-
gesloten stroomkringen plaats te vinden, op alle andere aan-
sluitingen in de stroomkring moet een laagohmige doorgang
van de aardleiding worden bewezen (R
• In het TN-systeem geven de meetapparaten vanwege de lage
aardleidingweerstand vaak 0,1 V contactspanning aan.
• Houd ook rekening met eventuele voorstromen in de installatie.
Deze kunnen al bij het meten van de contactspanning U
den tot aanspreken van de RCD of bij metingen met stijgende
stroom leiden tot verkeerde meetresultaten:
weergave = I
- I
F
Vorstrom
• Selectieve aardlekbeveiligingen (RCD S) met identificatie kun-
nen als enige beveiliging voor automatische uitschakeling ge-
bruikt worden als zij zich net als niet-selectieve
aardlekbeveiligingen houden aan de uitschakelvoorwaarden
(dus t
< 400 ms). Dit kan worden bewezen door het meten
a
van de uitschakeltijd.
• RCD's van het type B mogen niet in serie liggen met RCD's
van het type A.
Opmerking
Voormagnetisering
Met de 2-polige adapter zijn alleen AC-metingen voor-
zien. Het onderdrukken van de RCD-aanspreking m.b.v.
een voormagnetisering door gelijkstroom is alleen moge-
lijk met de landspecifieke stekkerinzet bijv. randaarde-
contactdoos of de 3-polige adapter.
Meting zonder of met sonde
U kunt de metingen verrichten met of zonder sonde.
Voorwaarde voor de meting met sonde is dat de sonde het
potentiaal heeft van de referentieaarde. Dit betekent dat zij buiten
de spanningstrechter van de aarddraad (R
gingsschakeling wordt gezet.
De afstand aarddraad t.o.v. de sonde moet minstens 20 m bedra-
gen.
De sonde wordt aangesloten met een aanrakingsbeveiligde stek-
ker met 4 mm doorsnede.
U zult deze meting in de meeste gevallen verrichten zonder
sonde.
!
Let op!
De sonde maakt deel uit van de meetkring en kan vol-
gens VDE 0413 een stroom geleiden tot maximaal
3,5 mA.
U kunt de spanningsvrijheid van een sonde controleren met de
functies U
, zie ook hoofdst. 6.1 op pag. 13.
SONDE
GMC-I Messtechnik GmbH
zijn eenvoudige metingen op alle
of U
).
LO
B
) van de RCD-beveili-
E
7.1
Meten van de (aan nominale foutstroom gerelateerde)
contactspanning met
aanspreekmeting met nominale foutstroom
Meetfunctie kiezen
I
N
lei-
Aansluiting
B
Parameter instellen voor I
Nominale foutstromen: 10 ... 500 mA
Type 1: RCD, SRCD, PRCD ...
Type 2: AC
, A
Nominale stromen: 16 ... 224 A
* Type B = gevoelig voor alle stromen
Faseverschuiving 0°/180°
Negatieve/positieve halve golf
Negatieve/positieve impuls
x-voudige aanspreekstroom:
zonder/met aarding
Contactspanning:
< 25 V, < 50 V, < 65 V
1
/
van de nominale foutstroom en
3
N
, B
*
Golfvorm:
1, 2, 5
Aansluiting:
Aanspreektijd:
15